Witte-Donderdagviering voor thuis – meewaken in Gethsemane

Witte Donderdag ziet er dit jaar anders uit dan anders. We komen niet samen en er is geen gezamenlijke viering van brood en wijn. Maar er valt deze periode genoeg om over na te denken. Ds. Aries van Meeteren heeft weer een online-viering gemaakt. Die kunt u beluisteren of de tekst, onder de player, doorlezen.

Witte-Donderdagviering Kerk met de Beelden week 15

We beginnen met het aansteken van een kaars.

Foto: Piqsels

Ons leven vraagt om vergezichten,
om dromen om zich op te richten,
om handen die voorhanden zijn,
om harten die hartstochtelijk zijn.
Een visioen spoort mensen aan
om voorbij grenzen voort te gaan.

Alfred Bronswijk

We vieren Witte Donderdag. We staan stil bij de maaltijd die Jezus hield met zijn dierbaren, aan de vooravond van zijn dood. Alleen is dit jaar alles anders. Door de maatregelen die het coronavirus moeten indammen, kunnen we nu niet bij elkaar komen en delen we geen brood en wijn. Dat maakt eigenlijk wel een beetje treurig.

En dat terwijl Witte Donderdag – gek genoeg – traditioneel toch een beetje een feestelijke dag is. Het is de afsluiting van de Veertig Dagentijd. De lange vastenperiode is voorbij en er mag weer gegeten worden. Het is een soort korte opleving van vreugde voorafgaand aan Goede Vrijdag.

Vreugde en verdriet – ze horen op een bijzondere manier onlosmakelijk bij elkaar. Zeker op deze Witte Donderdag in coronatijd. Juist nu we zoveel mogelijk binnen moeten blijven, terwijl het buiten volop voorjaar is. Juist nu we ons misschien wel zorgen maken over onszelf en over mensen die ons na staan, zingen de merels het hoogste lied. Tanja Helderman dicht daar daarover:

ik ging door diepe dalen
raakte de hemel aan
ik droomde zwarte nachten
én zag de volle maan

ik huilde bittere tranen
lachte de dagen toe
ik bruiste van verlangen
en was de dagen moe

mijn wereld was benepen
met tijden grauw en doods
maar eveneens probleemloos
meeslepend, rijk en groots

het regende mijn tranen
het stormde in een glas
en als de zon de wolken
brak was ik weer in mijn sas

maar hoe ik me ook voelde
ik leerde langzaamaan
dat zonder donkere tijden
het licht niet kan bestaan

Tanja Helderman

Ik lees Marcus 14, de verzen 17 t/m 26:

Toen de avond was gevallen, kwam Jezus samen met de twaalf. Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren.’ Ze werden bedroefd en vroegen een voor een aan hem: ‘Ik ben het toch niet?’ Maar hij zei tegen hen: ‘Het is een van jullie twaalf, die met mij uit dezelfde kom eet. Want de Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. Hij zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt. Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’ Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.

Nieuwe Bijbelvertaling

Ik lees Marcus 14, vers 32 t/m 42

Ze kwamen bij een plek die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’ Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. Toen hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. Toen hij voor de derde maal terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’

Nieuwe Bijbelvertaling

Ik lees het gedicht ‘Wie ben ik?’ van Dietrich Bonhoeffer

Wie ben ik?
Ze zeggen me vaak:
je treedt uit je cel
rustig blij en zeker
als een burchtheer uit zijn slot.

Wie ben ik?
Ze zeggen me vaak:
je spreekt met de bewakers
vrij rechtuit en vriendelijk
als was je hun heer.

Wie ben ik?
Ze zeggen me ook:
je draagt je zwarte dagen
evenwichtig en waardig
als iemand die gewend is te overwinnen.

Ben ik werkelijk wat anderen van mij zeggen?
Of ben ik alleen wat ik weet van mijzelf:
onrustig vol heimwee
ziek als een gekooide vogel
snakkend naar lucht als werd ik gewurgd
hongerend naar kleuren naar bloemen en vogels
dorstend naar een woord naar een mens dichtbij
trillend van woede om willekeur om de geringste krenking
opgejaagd wachtend op iets groots
machteloos bang om vrienden in den vreemde
moe en te leeg om te bidden te danken te werken
murw en bereid om van alles afscheid te nemen?

Wie ben ik? De een of de ander?
Ben ik nu de een en morgen de ander?
Ben ik beiden tegelijk?
Huichel ik voor de mensen
en ben ik in mijzelf een verachtelijk huilende zwakkeling?
Lijkt wat nog in mij is op een verslagen leger
wanordelijk vluchtend na de verloren slag?

Wie ben ik? Ik ben een speelbal van mijn eenzaam vragen.
Wie ik ook ben Gij kent mij
ik ben van U mijn God.

Dietrich Bonhoeffer

Lieve mensen,

Deze Witte Donderdag is het precies 75 jaar geleden dat de Nazi’s de bekende Duitse theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer ophingen in het Beierse concentratiekamp Flossenbürg op de grens met Tsjechië. Bonhoeffer was een verklaard tegenstander van de Nationaal-Socialisten. In de verzetsgroep waarvan hij deel uitmaakte zat ook zijn zwager. Die was als officier betrokken bij meerdere aanslagen op Hitler. Bonhoeffer zocht onder meer in het buitenland steun voor een eventuele nieuwe regering na Hitler. Verder hielp hij enkele joden ontsnappen naar Zwitserland.

Op 5 april 1943 liepen ze samen tegen de lamp, Bonhoeffer en zijn zwager, waarna ze in allerlei gevangenissen zaten. Aanvankelijk verdachten de Nazi’s hem alleen van het laten ontsnappen van joden. Maar later kwam ook zijn zijdelingse betrokkenheid bij de aanslagen op Hitler naar buiten. Bonhoeffer werkte ondertussen in zijn cel aan boeken, schreef talloze brieven en maakte gedichten, waaronder dat indringende ‘Wie ben ik?’, dat we net hebben gelezen.

Dietrich Bonhoeffer (CC)

Het was voor Bonhoeffer in meerdere opzichten werken onder hoogspanning. Hij schreef met de dood voor ogen, zeker vanaf het moment dat hij werd verdacht van hoogverraad. Elk moment kon hij ter dood worden veroordeeld. Bovendien vielen om hem heen geallieerde bommen. Eén voltreffer en er zou van de gevangenis niets meer overblijven.

Dat deed ook wat met zijn denken. Meer dan ook kwam het er nu op aan om te blijven staan waar hij voor stond. Maar wat was dat eigenlijk?

De brieven die Bonhoeffer naar zijn beste vriend stuurde tonen hem in al zijn menselijkheid, twijfelend aan zijn keuzes, zich afvragend of hij wel op de goede weg zat. En ook het gedicht ‘Wie ben ik’ laat een man met twee gezichten zien. De man zoals de mensen hem kennen, de modelgevangene die altijd zo vroom lijkt, standvastig. En de man die hij in zijn eigen gedachten vooral is.

Wie ben ik? De een of de ander?
Ben ik nu de een en morgen de ander?
Ben ik beiden tegelijk?
Huichel ik voor de mensen
en ben ik in mijzelf een verachtelijk huilende zwakkeling?

Dietrich Bonhoeffer
Tweede deel van het gedicht Wer bin ich (CC)

Bonhoeffers woorden treffen mij. Meer nog dan zijn boeken, die ik soms wat stug, zwaar en hoogdravend vind, hoe baanbrekend het ook is wat hij doet in zijn theologie. Maar met zijn gedicht kan ik me verbinden. Dat gaat ook over mij. Dat gaat, denk ik, over alle mensen. Want wij zijn geen van allen mensen uit een stuk.

De coronacrisis herinnert mij hier opnieuw aan. We zijn niet onkwetsbaar, ook al koesteren we soms die illusie. Eén onzichtbaar virus kan alles op z’n kop zetten. Zoals een predikant het zo mooi zei op Facebook: “We zijn in de rede gevallen.” We waren net zo lekker bezig. Wie had de epidemie een paar maanden geleden zien aankomen? Ons leven leek heel overzichtelijk, planbaar, maar nu weten we niet hoe het volgende week zal zijn en wanneer alles eindelijk weer normaal is. Dat kan bang maken. Onzeker. Mensen dromen ervan, hoor ik. Nachtmerries.

We kunnen natuurlijk amechtig proberen de controle terug te krijgen. Dat is ook mijn eerste reactie. Maar ergens denk ik ook wel eens dat het misschien goed zou zijn om die controle wat meer te durven laten vieren. Waar het dan op aan komt, is om het uit te houden met onzekerheid en ons toe te vertrouwen aan dat wat ons overstijgt. Om te erkennen dat ons leven niet zo maakbaar is als wij soms denken en dat wij niet onkwetsbaar zijn. We staan niet altijd zelf aan het roer van ons leven. Wat doet dat met ons zelfbeeld? Ik ben daar nog niet uit. Want ik hou graag controle.

El Greco, Lijden in de hof (CC)

Het verhaal van Jezus in de hof van Gethsemane dringt zich op. Jezus probeert het daar uit te houden met zichzelf en met God. Kort ervoor was Hij nog het middelpunt van een gezamenlijke viering die de opmaat moest zijn naar Pasen. Jezus voelde daar toen, ondanks de gevaarlijke situatie – Hij werd gezocht als onruststoker – zo’n diepe verbinding met Zijn leerlingen en bedacht, misschien wel spontaan, een ritueel waarmee Hij die verbinding dacht te kunnen laten zien. Hij deelde brood en wijn als teken van gemeenschap en iedereen maakte er letterlijk deel van uit.

Even later is van dat moment van verbinding weinig meer over. De leerlingen die met hem mee zijn gegaan de Olijfberg op zijn in slaap gevallen. En een andere is onderweg om Hem te verraden. Hij staat alleen, net nu Hij zich schrap zet voor het onvermijdelijke: zijn arrestatie en terechtstelling. De controle ontglipt Hem en de twijfel slaat toe. Moet het zo gaan? Kan Hij er echt niet onderuit?

Ben ik werkelijk wat anderen van mij zeggen?
Of ben ik alleen wat ik weet van mijzelf:
onrustig vol heimwee
ziek als een gekooide vogel
snakkend naar lucht als werd ik gewurgd
hongerend naar kleuren naar bloemen en vogels
dorstend naar een woord naar een mens dichtbij.

Dietrich Bonhoeffer

Dietrich Bonhoeffer zat in zijn cel en deed zijn best om de wereld lief te hebben met alles wat daarin was. ‘Waken met Christus in Gethsemane’, noemde Bonhoeffer dat. Hij schreef: “Als je aards leeft, dus met alle taken en problemen, successen en mislukkingen, met alle ervaringen en twijfels, dan geef je je helemaal over aan God. Dan waak je met Christus in Gethsemane.” Iets wat ik maar vertaal als het uithouden van het leven, met alles wat daarin gebeurt, en doen wat nodig is, vanuit het vertrouwen en de hoop dat er iets is wat ons leven overstijgt en ons draagt, ook als het tegenzit. En je daaraan toevertrouwen. Of zoals Bonhoeffer zegt:

Wie ben ik? Ik ben een speelbal van mijn eenzaam vragen. Wie ik ook ben Gij kent mij. ik ben van U mijn God.

Dietrich Bonhoeffer

Amen

Trouwe God,
Het is Witte Donderdag,
we kijken uit naar Pasen,
het feest van het nieuwe begin.
maar zover is het nog niet.
We moeten het nog volhouden,
uithouden met wat komt,
wie weet hoe lang nog.
En o wat is dat moeilijk.
We houden graag controle
en ons toevertrouwen kan zo lastig zijn.
Wees in deze bijzondere tijden
de grond onder onze voeten,
de hoop in ons hart
en de liefde
waarmee we elkaar proberen vast te houden
nu werkelijke ontmoetingen
zoveel moeilijker zijn geworden.
We willen in stilte aan U voorleggen
wat er leeft in ons hart.
[…]
Hoor ons, zo bidden wij u.
Amen

Rest mij u alle goeds toe te wensen en dat wil ik doen met de volgende zegenbede:

Zegen ons met dauw en licht.
Zegen ons, uw Trouw verplicht,
om het woord dat Gij ons geeft
om de hoop die in ons leeft.

Andries Govaart

Amen

Tags: , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top