Viering voor thuis – Werveling in de wirwar

Na Hemelvaart komt Pinksteren. En dat is maar goed ook. Zonder geestkracht gaat het niet, zegt ds. A.P.B. van Meeteren. Luister hier de viering of lees de tekst direct onder de player.
Hartelijk welkom bij de online Pinksterviering van de Kerk met de Beelden. Fijn dat je luistert. Pinksteren gaat over vuur en over vlammen, over warmte, over een licht dat opgaat. Reden te meer om de viering te beginnen met het aansteken van een kaars, als beeld van de Eeuwige die duisternis en kilte verdrijft.
Waar liefde mensen samenvoegt
Marijke de Bruijne
worden stenen een paleis,
de kille straat een lentetuin,
de hel een paradijs.
Een land van licht en zonneschijn,
een haard waar men zich warmt:
een overvolle beker wijn,
een mens die je omarmt.
Lieve mensen,
Poes Janneke houdt van warmte. Al ruim voordat de vaatwasser klaar is, staat ze vaak al met haar staart in de lucht bij het ding te wachten op het piepje. Want ze vindt bijna niks geweldiger dan om meteen languit op de nog dampende klep van het apparaat te gaan liggen. Oogjes dicht en spinnen maar. Heerlijk!

Onnodig te zeggen dat Janneke ook een echte zonaanbidster is. En dus kan ze deze dagen haar geluk niet op. Al onze ramen zijn op het zuiden. Maar hoe warm het daarachter ook wordt, Janneke wentelt zich nog eens behaaglijk om op haar kussentje en likt haar pootjes af.
Mij is het eigenlijk al een tijdje te zonnig en te droog. Ik hou van zon en blauwe luchten. Maar ik zie hoe zwaar de planten in de tuin het hebben. De natuur snakt alweer weken naar een verkoelend windje en een malse bui. En dan moeten de zomermaanden eigenlijk nog beginnen.
Eigenlijk voel ik me een beetje als de tuin. Zon is heerlijk, maar af en toe wat regen is toch ook heel fijn. De pas op de plaats waartoe de coronacrisis ons heeft gedwongen, heb ik bij tijd en wijle best als weldadig ervaren. Maar vaker nog als kil. Straks gaan weliswaar allerlei versoepelingen in. Maar we zijn nog lang niet verlost van de anderhalvemetersamenleving. Hoe lang duurt het nog?
Afbeelding: Pixabay
En nou ik toch bezig ben met vragen stellen: wat betekenen de coronamaatregelen voor de toekomst? Ook dat laat me niet los. Er is nu een steunpakket voor bedrijven die kapot gaan aan de beperkingen, maar het geld is toch een keer op? Krijgen we daarna weer eindeloze bezuinigingen? Of gaan we het vanaf nu anders doen? Maar hoe dan? Ik wil best meebouwen aan een andere, meer duurzame maatschappij. Maar waar begin ik? En hoe hou ik het vol?
We lezen Genesis 1, de verzen 1 tot en met 5 uit een vertaling van het Hebreeuws Gezelschap Amsterdam, dat de Hebreeuwse tekst zoveel mogelijk op de voet wil volgen.
In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was wirwar en wanorde, duisternis over de baaierd en Gods geest zwevend over de wateren. God zei: Er zij licht! En er was licht. God zag het licht, het was goed. God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. God riep tot het licht: Dag. En tot de duisternis riep hij: Nacht. Het werd avond, het werd morgen, een dag.
Societas Hebraica Amstelodamensis (1999)
We lezen Handelingen 2, vers 1 t/m 13
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’
Nieuwe Bijbelvertaling
Lieve mensen,
De coronacrisis leidt bij ons aan de dijk tot enorme verbouwingen. Er zijn huizen die een nieuw dak hebben gekregen, of een nieuwe tuin. Andere dijkbewoners pakken het nog grondiger aan. Bij één huis is er een complete verdieping bijgekomen en weer een ander huis wordt voorzien van een nieuwe voorgevel. Er is ook een monumentaal pand aan het begin van de dijk waar van binnen alle wanden zijn vernieuwd.

Het huis met de nieuwe voorgevel ligt schuin tegenover ons huis. We kunnen de verbouwing als het ware op de voet volgen. Het is ook af en toe een kabaal van jewelste. Dan krimp ik in elkaar en denk ik: als dat maar goed gaat.
Door onze eigen klusavonturen weet ik dat je daar van tijd tot tijd best over in kunt zitten. Zeker als een verbouwing ingrijpend is en het project een lange adem vergt. Waar haal je dan het vertrouwen vandaan dat het goed komt?

Nu noem ik de verbouwingen maar als voorbeeld. Er is zoveel waar we over in kunnen zitten. Zeker nu in coronatijden. We kunnen vol zorgen zijn over dierbaren, mensen in verpleeghuizen, mensen die geen werk meer hebben of van wie de baan op de tocht staat, mensen met een kwetsbare gezondheid. Zorgen ook over onszelf. Zorgen over de kerk, over de samenleving, over de toekomst.
Een poosje terug had ik het in een online-viering over de vijftigdagentijd – de tijd van de omertelling – het joodse gebruik om na Pasen te tellen tot het Pinksteren is. De vijftigdagentijd drukt uit dat het joodse Pesach weliswaar het feest is van de bevrijding uit Egypte, de start van iets nieuws. Maar het is tegelijkertijd ook niet meer dan dat: een begin. Het laat zien dat er daarna nog een hele woestijnreis achteraan komt.

Maar onderweg naar het beloofde land, het gewenste eindpunt, zijn er, zo belooft het verhaal, wel lichtpuntjes, oases én, als klap op de vuurpijl, een ontmoeting met God op de berg Sinaï. Dáár leven joodse gelovigen naar toe met hun omertelling. En, zo zagen we in de online-viering van de zondag na Pasen, misschien hebben de discipelen van Jezus dat ook wel gedaan.
Ook voor hen is een soort woestijntijd aangebroken. Jezus is er niet meer. Wat nu? Komt het nog goed? Ja, zo heeft Lucas willen laten zien. Het komt goed. Wanneer? Op de dag van het Pinksterfeest, op de 50ste dag, de dag na zeven keer zeven weken wachten. Het is een symbolische tijdsaanduiding.
Door er naar toe te tellen, zoals tijdens het ritueel van de omertelling, lijkt het wel of dat moment planbaar is. Maar dat is nog maar de vraag. Alleen al het getal 50 laat zien dat dit niet zo is. Het verwijst als optelsom van 7×7+1 naar een heilig moment, ook al vieren we het op een vast moment op de kalender.
Zoals het volk Israël, volgens de verhalen, op de 50ste dag na de bevrijding uit de Egyptische slavernij de berg Sinaï nadert en God hoort spreken in donder, vuur en aardbevingen, zo schildert Lucas een parallel met een bovenkamer, waar de leerlingen bijeen zijn en waar de Geest doorheen waait en alles opschudt. Een Geest die zich met vurige tongen – vurige taal mag je ook zeggen – vastzet op alle aanwezigen. Ineens is er inspiratie, geestkracht, vuur.
Mooi dat Lucas dit verhaal zo kort na Hemelvaart vertelt. In de vorige online-viering hebben we gezien dat de leerlingen op de Olijfberg worden uitgenodigd om niet langer naar boven te staren, maar aan de slag te gaan met wat Jezus hen had geleerd. Maar ja, hoe dan? Daar is toch wel iets meer voor nodig dan een oproep alleen. Begeestering, bezieling. Het zien van mogelijkheden. En dat alles kwam er ook.

Maar, denk ik dan, wat hebben wij hieraan als onze eigen bovenkamer op slot zit? Wat als we zelf niet weten hoe we verder moeten? Als we zelf denken: dit komt nooit meer goed? Waar halen we dan dat vertrouwen vandaan dat het vuur in ons ooit weer kan gaan branden, dat de ramen en deuren weer open gaan en we het licht ooit weer kunnen zien? Dat toekomst zich opent, ook al komt het verleden daarmee niet terug?
Zelf hou ik veel van dat andere verhaal dat we hebben gelezen. Van die eerste vijf verzen van de Bijbel. In de woorden van de vertaling die we hebben gehoord, staat er: “De aarde nu was wirwar en wanorde, duisternis over de baaierd en Gods geest zwevend over de wateren.” Wirwar en wanorde. Prachtig. En eigenlijk zweeft de Geest niet, zij wervelt. Zij fladdert, zo staat er.
En dat doet ze boven de baaierd, een wat archaïsch woord voor warreling, kluwen, chaos. Het is een vertaling van het Hebreeuwse woord tehom. Dat klinkt van zichzelf al duister en onheilspellend. Het staat voor chaos, afgrond, peilloze diepte. Er lijkt niets mee te beginnen, met die tehom.

En dan is daar de Geest. En prompt komt uit de chaos van alles voort. De hele schepping zelfs. De onafzienbare diepte, de chaos, blijkt vol met ongedachte mogelijkheden te zitten. Vol leven. Het duister wijkt voor het licht. Een nieuw begin.
Achter die paar woorden aan het begin van de Bijbel, in Genesis, gaat een diepe ervaring schuil. Dat uit de diepte van de chaos, uit die kluwen waarin van alles botst, iets nieuws tevoorschijn kan komen. Iets goeds zelfs. Niet één keer, maar steeds opnieuw. Dat is ook een beetje mijn hoop als ik achter mijn bureau te midden van stapels boeken, memo-briefjes en printjes een overdenking probeer te schrijven. Dat er wat opborrelt uit de chaos.

En dat mag zeker ook de hoop zijn van mensen van wie het leven op zijn kop is komen te staan. Maar wanneer gebeurt dat dan? De evangelist Lucas laat de discipelen er 50 dagen op wachten. Vijftig dagen die geen 50 dagen zijn, maar een ondefinieerbare periode van transformatie. Een periode van lijdzaam wachten? Nee, van stug volhouden, uithouden. Doorakkeren op die reis door de woestijn, waar dan ineens het ongedachte kan gebeuren. Een werveling in de chaos van je bovenkamer.
Ik hoop dat de verhalen van vanochtend ons kunnen inspireren om door te gaan en vertrouwen te houden dat chaos ongekende mogelijkheden kan baren. Als de geest gaat waaien, wervelen en fladderen, wie weet waar vandaan.
Moge het zo zijn
Amen
Laten we bidden
Trouwe God,
Wat zouden we dat graag willen:
onze rust en kalmte bewaren te midden van de chaos.
Als een vogel zweven boven de oervloed,
vol vertrouwen op de thermiek,
de wind onder de vleugels.
Wat zouden we er graag op vertrouwen
dat het op de een of andere manier goed komt,
vertrouwen hebben in de mogelijkheden
die uit de chaos te voorschijn kunnen komen.
Want onze hoop loopt soms stuk.
Praktijk en theorie sluiten niet altijd aan.
En dan is het moeilijk om vertrouwen te houden.
Kom ons dan tegemoet
Geef ons iets van dat vertrouwen.
Laat ons ervaren
dat U een God bent van nieuw leven
van nieuwe toekomst,
van ongedachte mogelijkheden.
Een God die rondom ons is
als de Geest boven de oervloed
en die openingen biedt
waar alles lijkt dood te lopen.
Zo bidden wij U
Amen
Graag sluit ik deze online Pinksterviering af met een Afrikaanse zegenwens
Ik bid dat de Eeuwige je zegent,
dat Hij je voeten laat dansen
en je armen sterk maakt.
ik bid dat Hij je hart met tederheid vult
en je ogen met pretlichtjes.
Amen
Aries van Meeteren