Viering voor thuis – Van uitroepteken tot vraagteken

De roeptoeter regeert, lijkt het soms wel. De meningen vliegen ons soms om de oren. Maar kloppen ze ook? Een online-viering met een robotnieuwslezer, Paulus en open ramen. Luister hier naar de viering of lees de tekst direct onder de player.
Welkom bij weer een nieuwe online-viering van de Kerk met de Beelden in Hardinxveld-Giessendam. Fijn dat u luistert. We willen ons in deze viering openen voor dat wat ons overstijgt, wat ons omgeeft en ons overeind houdt. En als teken daarvan steek ik nu een kaars aan.

Ons leven is een weefsel:
het werkt in jou en mij.
Niet wij kiezen de kleuren;
het Leven kiest heel vrij.Soms weeft Het er verdriet in:
we zien de onderkant
en hopen ooit te kijken
naar die mooie bovenkant.Ons leven is een weefsel:
het werkt in jou en mij.
Wij kiezen niet de kleuren;
het Leven kiest heel vrij.Soms weeft Het er verdriet in
(uit: Heimwee naar het Wad, Evelijne Swinkels-Braaksma)
en zien wij geen verband.
Wie weet zijn we verbonden
juist door die onderkant.
Lieve mensen,
Mensen kijken me soms raar aan als ik zeg dat wij thuis geen televisie hebben. We hebben de tv jaren geleden al opgeruimd en ik moet zeggen dat het ons nog altijd veel rust geeft. Als we iets perse willen zien kan dat negen van de tien keer ook prima online. En wat ik vooral waardeer is dat ik sindsdien veel meer ben gaan lezen.
Lezen opent zoveel ongekende werelden! Veel meer dan met beeld mogelijk is, laten boeken me onder de huid kruipen van romanpersonages. Ik voel mee met mensen met wie ik in het dagelijks leven nooit in aanraking zou komen. Niet alleen lees ik wat ze doen, maar ook wat ze denken – en waarom. En zo dagen romans me uit. Ze maken, zoals iemand een keer zo mooi zei, ‘dierbare posities zwevend’.

Mede daarom is het zo jammer dat Nederlanders over het algemeen steeds minder zijn gaan lezen. Nou ja, we lezen nog wel, maar dan vooral appjes en hapklare brokjes op social media. Teksten die nauwelijks concentratie vragen en ons weinig uitdagen. Want op social media krijgen we dankzij de techniek achter Facebook vooral te lezen wat in ons straatje past. En zelfs dat lezen we vaak maar half, zoals je kunt zien aan de reacties onder berichten. Bovendien, wat ons op het eerste gezicht niet aanstaat, swipen we door. Of we ontvrienden iemand gewoon.

Nu gaat het me niet om lezen op zich, maar om het vermogen om ons te verplaatsen in anderen. Is het toeval dat met de dalende leesvaardigheid ook de polarisatie toeneemt? De relatie is zeker niet één op één, maar het doet me pijn om te zien hoezeer groepen in de samenleving zich niet meer in elkaar kunnen inleven en de mening van de ander bij voorbaat al niet willen horen. Die hun eigen mening al in beton hebben gegoten en daar niet meer op terug kunnen komen. Zo dooft de geest.
We lezen 1 Thessalonicenzen, hoofdstuk 5, de verzen 13b t/m 22:
Leef in vrede met elkaar. Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben. Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft. Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd elk kwaad, in welke vorm het zich ook voordoet.
Nieuwe Bijbelvertaling
We lezen het gedicht ‘In de hemel’ van Toon Tellegen:
In de hemel hing een vraagteken
(Toon Tellegen, Daar zijn woorden voor, p. 234)
Waarom?
Mensen klommen op elkaars schouders
en bekeken het van dichtbij.
Het is een oud uitroepteken, zeiden ze, het is
kromgetrokken,
het stort bijna neer.
Ze besloten hun verdere leven te wijden
aan de betekenis daarvan.
Ze vervolgden hun weg,
passeerden aanhalingstekens, voetnoten en kleine
verschrijvingen,
haakjes werden geopend en schielijk weer gesloten
en in de verte zagen ze drie puntjes
in het heldere wit der onsterfelijkheid.
Lieve mensen,
Laatst hoorde ik op mijn werk bij Rijnmond van een opmerkelijk experiment bij een andere regionale omroep. Ze testen daar momenteel een nieuwsleesrobot. Ik verslikte me bijna in mijn kop koffie. Wordt het vak van nieuwslezer het zoveelste beroep dat wordt geautomatiseerd? Van binnen voelde ik me boos worden.
Toch werd ik ook nieuwsgierig. Hoe klinkt dat dan, zo’n nieuwsbericht uit de computer? Nou, zo:
U hoort dat het nog niet overal goed gaat met de klemtonen. En het klinkt nog erg steriel. De robot-collega heeft duidelijk geen idee waar de tekst over gaat. Slecht idee dus?
Misschien toch niet, ontdekte ik toen ik me er meer in ging verdiepen. Omroep NH Nieuws gebruikt de robot nu om nachtelijke bulletins te lezen. Best slim, want geld voor een echte lezer in de nachtelijke uren is er niet. Ook kunnen mensen straks nieuwsberichten op elk gewenst moment oproepen via Google. Handig voor in de auto.
En zo ebde mijn aanvankelijke scepsis wat weg. Zeker toen ik las dat de berichten die de robot voorleest nog gewoon door een redactie van vlees en bloed zijn geschreven. Nieuws blijft mensenwerk, met hoor en wederhoor, met zorgvuldig wegen van de insteek en zoeken naar de meest duidelijke manier om iets ingewikkelds uit te leggen.

Wat wil ik hiermee zeggen? Ik merkte dat ik meteen mijn mening paraat had toen ik over de nieuwsleesrobot hoorde. Maar na wat verder kijken dan mijn neus lang is, moest ik mijn opvattingen bijstellen. De robot zou best een aardige aanvulling kunnen zijn. Misschien.
Nu is in het voorbeeld mijn beroep als nieuwslezer direct in het geding en daarmee toch wel een beetje mijn beroepseer. Logisch dat ik het verder uitzocht. Toch? Maar hoe vaak betrekken we een stelling zonder dat we ons erin verdiepen, zonder dat we het verhaal van meerdere kanten bekijken? Hoe vaak beperken we ons tot het luisteren naar onze onderbuik?
“Corona is maar een griepje.” “Die anderhalvemeter-regel is nergens op gebaseerd.” “Wetenschap is ook maar een mening.” “Nederland is een bananenrepubliek.” “Nederland kent helemaal geen racisme.” Zomaar een greep uit de meningenmachine die Twitter heet. Of Facebook. En het zijn niet bepaald de minst invloedrijken die er dergelijke opinies op na houden zonder ze tegen het licht te houden.

Tegenwoordig lijkt het wel of alleen datgene wáár is wat overtuigt. En helaas is het zo dat we ons vooral laten overtuigen door dat wat bevestigt wat we toch al denken. Of door mensen die zeggen wat ons goed uitkomt. Hoe pijnlijker de waarheid voor ons uitpakt, des te moeilijker willen we eraan. Wat ook niet helpt is dat de waarheid vaak complex is en bestaat uit een moeilijk te overzien geheel van ‘enerzijds… anderzijds…’. Waarheid vereist denkwerk. Langzaam denkwerk.
En het lastige is dat we juist zijn geprogrammeerd om snel te denken. In lang vervlogen tijden, toen de Noordzee nog een steppe was, was het niet slim om bij het zien van een onbekend dier met gifgele strepen eerst een uitgebreid taxonomisch onderzoek in te stellen. Wegwezen was een veel betere optie. Maar nu we onze tijd vooral zittend doorbrengen, kunnen we beter eerst nadenken voor we schieten.
Want geharnaste meningen doen ons vaak meer kwaad dan goed. Ze gaan ten koste van het samen leven. Zeker op sociale media hebben we nogal eens de neiging om, wellicht uit angst, mensen met meningen die botsen op de onze als een soort vijanden weg te zetten. Of in ieder geval als mensen die ze minder op een rijtje hebben dan wij. En zo maken we van hen karikaturen en verliezen ze hun menselijkheid. En tegelijkertijd raken ook wij onze menselijkheid kwijt.

Dat we daar geen sociale media voor nodig hebben, blijkt wel uit het brieffragment dat we zojuist hebben gelezen. De apostel Paulus was al bezorgd over ongewenste polarisatie binnen gemeenschappen, over mensen die tegenover elkaar kwamen te staan en elkaar reduceerden tot een standpunt, met alle spanningen van dien.
Ook in Thessaloníca dreigde dat. Paulus had daar een kerk gesticht op zijn tweede zendingsreis, omstreeks het jaar 50 n.C. Het zou een historische reis blijken te zijn. Thessaloníca was de hoofdstad van de Romeinse provincie Macedonië, aan de westkant van de Dardanellen. Daarmee was Thessaloníca een van de eerste gemeenten op wat later Europees grondgebied zou worden. De stad lag op een handelsknooppunt en kende tempels voor Griekse, Romeinse en Egyptische goden.

Niet alleen de stad was van alle markten thuis, ook de gemeente die Paulus er stichtte was tamelijk divers. De leden van de gemeenschap hadden allerlei achtergronden en hielden er verschillende opvattingen op na. Dat gaf zoveel problemen dat Paulus zich genoodzaakt zag om de gemeente een brief te sturen.
Wat was er aan de hand? Er was onenigheid. Christus zou snel opnieuw komen en dan zou Hij eindelijk de hemel op aarde brengen, had Paulus beloofd bij zijn bezoek aan de stad. Maar wanneer dan? En wat betekende dat? Konden mensen nu stoppen met werken, om maar wat te noemen? Iedereen gaf een ander antwoord en iedereen zei dat het eigen antwoord door de Heilige Geest was ingegeven.
Paulus probeert met zijn brief orde in de chaos te brengen. Iedereen mag nog zo overtuigd zijn van het eigen gelijk, maar dat ontslaat niemand ervan om dat gelijk te toetsen, schrijft hij. Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd elk kwaad. En dat lijkt me een prachtig levensmotto.

Paulus zag er een recept in om de tegenstellingen in de gemeenschap van Thessaloníca te boven te komen. En ik denk dat het ook voor ons geen kwaad zou kunnen om te onderzoeken wat er in ons binnenste opborrelt voor we het eruit gooien. Of om in gesprek te blijven met mensen die anders denken, te luisteren voorbij de retoriek en te zoeken naar het goede. Niet dat Paulus ons het makkelijk maakt. Want wat is het goede?
Misschien is het een kwestie van de geest niet uitdoven, zoals Paulus schrijft. Het woord ‘geest’ heeft veel met ‘wind’ te maken. Het is in de grondtaal van de Bijbel hetzelfde woord. De wind sluiten we buiten door de ramen dicht te doen, de geest dooft uit door geen andere dan onze eigen opvattingen binnen te laten. De oproep van Paulus laat zich lezen als een uitnodiging om nieuwsgierig te blijven en te durven onderzoeken. Om te blijven lezen.

Het gaat om de zoektocht, zo zie ik terug in het gedicht van Toon Tellegen. Om het ombuigen van uitroeptekens tot vraagtekens, om het tussen haakjes plaatsen van dat wat niet blijkt te kloppen en het verlengen van de ferme punt tot een open puntje puntje puntje. Een prachtig beeld. En nee, dat is niet eenvoudig. De waarheid bestaat alleen in de hemel, lijkt de dichter te suggereren.
Paulus is hoopvoller. Hij nodigt uit om te blijven onderzoeken, te blijven speuren naar het goede en het kwade te blijven vermijden. Tenminste, dat is wat er letterlijk staat in 1 Thessalonicenzen. Hou vol! Blijf het proberen. Pin je niet vast. Blijf in beweging. Blijf streven naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. Blijf praten. En durf het ook eens aan om nog geen mening te hebben.
Moge het zo zijn
Amen
Trouwe God,
Onderzoek alles en behoud het goede,
schrijft Paulus in zijn brief.
Hij ziet er het recept in
om samen ergens uit te komen
en niet te blijven zitten
in het schuttersputje
van het eigen gelijk.
Maar het is zo lastig
om te blijven praten
met mensen die zo anders denken dan wij.
Omgekeerd vinden zij het vast ook moeilijk.
Hoe buig je een uitroepteken
om tot vraagteken?
Blijf het proberen,
klinkt het in de lezing.
Blijf zoeken naar het goede.
Geef ons moed om dat te doen,
Geef ons kracht om onze ramen open te houden.
Laat ons ruimte blijven geven
aan de geest die waait waarheen ze wil,
aan de ander die ons kan verrassen,
ontroeren of irriteren.
Zo bidden wij U
Amen
Tot zover deze online-viering. Rest mij om af te sluiten met een Benedictijnse zegenbede
Moge de Eeuwige ons zegenen met onrust
(Naar Ruth Fox)
over gemakkelijke antwoorden,
halve waarheden en oppervlakkige relaties,
zodat er diepgang moge zijn in onze harten.
Aries van Meeteren