Viering voor thuis – Stille nacht, helende nacht

De kerstdagen anno 2020 lijken donkerder dan anders. Stiller ook. We zijn in lockdown. Ds. Aries van Meeteren gaat te rade bij een oud lied, dat hoop wilde bieden in een crisistijd. Kijk of luister hier naar de viering of lees de tekst direct onder de player.

De kerk is leeg. En dat is een gek gezicht. Het is niet anders. Normaal zijn op kerstavond de stoelen hier niet aan te slepen. Maar het mag dit jaar niet zo zijn. Het is stil in de kerk.

Kerst in lockdown. We vieren het noodgedwongen op een manier die we helaas al een beetje zijn gewend: thuis, op afstand van elkaar, maar desondanks, op een bijzondere manier, toch verbonden.

Laten we stil worden en deze viering opdragen aan de Eeuwige.

Stille macht, breekbaar en zacht,
vonk van hoop in de nacht,
ongewapend, voorbij elk geweld
wordt jouw boodschap van liefde verteld.
Raak met zachtheid ons aan,
leer ons jouw stilte verstaan.

Dirk van de Glind
Anja Breedijk speelt Nu zijt wellekome

Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn kerken nog nooit op zo’n grote schaal dicht geweest, en al helemaal niet tijdens de kerstdagen. Gek genoeg waren pandemieën in het verleden vaak aanleiding voor een landelijk biddag. Zoals op 22 juli 1866, toen de kerken stampvol zaten in een poging om de levensgevaarlijke cholera-epidemie van toen een halt toe te roepen.

De wachter aan onze grenzen (1866, Alexander Ver Huell, Gelders Archief)

Ook in 1918, tijdens de Spaanse Griep, bleven de kerken open, al gold wel het advies om de diensten niet langer dan een uur te laten duren. Nu doen we het anders en zijn we gesloten. Het voelt alsof we zijn veranderd in herbergen waar geen plaats meer is. Maar zo is het niet. We zijn niet vol, we blijven leeg. Niet omdat het moet van de overheid, maar omdat we het niet verantwoord vinden om nu bij elkaar te komen.

Ik moet denken aan de prachtige woorden vorige week van collega-dominee Gremdaat, die zei: ‘Alles gaat dicht, maar wijzelf blijven open.’ Mooier kan ik het zelf niet zeggen. We zijn open. En we zijn stil.

Een land in onweer verward,
een stad verdwaald in zijn stegen,
Twee mensen, wachtend op wie,
een kind dat huilend ontwaakt.

Er komen dagen aan
dat wij de nacht zullen prijzen,
dat wij vergeten het licht,
dat wij verspelen elkaar.

Er zal geen huis meer zijn
dat niet weeklaagt om zijn dode.
Dan zal er stilte zijn
zo hard en koud als de dood.

Er zal een stilte zijn
zo licht als zee in de verte
–er zal vermoeden zijn,
een waas van ander weer.

Er zullen woorden zijn,
oeroude stenen die spreken.
Er zal nog weten zijn,
een kind dat lacht in zijn droom.

Huub Oosterhuis, Zangen van Zoeken en Zien, nr. 455)
Anja Breedijk speelt Komt, verwondert u hier, mensen
Aanbidding door de herders (Gerard van Honthorst)

Ik lees het kerstevangelie uit Lucas 2 , vers 1 t/m 19

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde onder alle mensen van goede wil.’
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.

Nieuwe Bijbelvertaling
Anja Breedijk speelt Hoor d’engelen zingen de eer

Wintersport zit er voorlopig niet in. Maar toch neem ik u mee naar Oostenrijk. Naar het dorpje Oberndorf, vlakbij de Duitse grens. Doe uw ogen dicht en stel u een dal voor, te midden van een schitterend berglandschap, niet ver van Sankt Johann.

Stille Nacht Kapelle in Oberndorf (Foto: Holger Uwe Schmitt, Wikimedia)

Oberndorf is begin 19e eeuw nog niet het wintersportdorp dat het nu is. Het is arm en ontwricht. De Napoleontische tijd is nog maar nauwelijks afgelopen en de strijd heeft volop sporen nagelaten in het gebied. Zo is de streek eerst Duits grondgebied, maar na de oorlog Oostenrijks, wat een klap betekent voor de zouthandel die economisch zo belangrijk is voor het gebied. Veel mensen trekken weg. En dat was nog niet alles.

In 1815 is aan de andere kant van de wereld, in Indonesië, een vulkaan uitgebarsten die over de hele wereld voor dalende temperaturen zorgt. Het jaar erop zijn ook in Oberndorf de oogsten verpieterd door aanhoudende regen en zelfs zomersneeuw. Er heerst honger.

Normaal hadden de Oostenrijkers nog de mogelijkheid om een cent bij te verdienen met weven. Maar het mechanische weefgetouw heeft inmiddels zijn intrede gedaan en kan veel sneller en goedkoper textiel produceren dan de Oostenrijkse huisvlijt ooit zou kunnen doen.

Glas-in-loodraam van de Stille-Nacht-Kapelle in Oberndorf (Foto: Renardo la Vulpo, Wikimedia)

Onder die omstandigheden arriveert een nieuwe hulppastoor in de Nicolaaskerk van Oberndorf. Joseph Mohr is zijn naam. Hij is dan 24 jaar oud. Mohr weet van huis uit wat armoede is. Hij is een onwettig kind, zijn vader was een soldaat die hij nooit heeft gekend. Zijn moeder heeft geen cent te makken als ze hem moet opvoeden. Mohr heeft het geluk dat hij erg muzikaal is. Zijn talent valt op en de kerk betaalt zijn opleiding. Hij kan priester worden. Niet zo gek dat Mohr al snel een graag geziene man is bij de inwoners van Oberndorf. Hij begrijpt de mensen, hun zorgen en de onzekerheid die het dorp in zijn greep houdt en voor onrust zorgt.

Dan breekt de kerstnacht van 1818 aan. De plaatselijke organist, Franz Gruber, ontdekt dat het kerkorgel stuk is. Een muis heeft de blaasbalg aangevreten. Reparatie gaat niet meer lukken voor de nachtmis. Wat nu? Niet zingen? Zingen zonder begeleiding? Helemaal geen dienst? Joseph Mohr zoekt in zijn spullen en vindt een kerstgedicht dat hij twee jaar eerder schreef. Hij was toen nog in zijn vorige parochie, een arm bergdorpje in de deelstaat Salzburg. De tekst is nog steeds van toepassing, vindt Mohr. Oberndorf is ook arm, de omstandigheden al evenzeer zwaar en de tijd onzeker.

Met de tekst gaat Mohr naar organist Gruber en samen maken ze er een melodie voor. Het wordt een soort wiegenlied, een Sicilienne voor de fijnproevers. Een wiegenlied voor het kerstkind, maar eigenlijk ook een wiegenlied voor de arme Oberndorfers. Mohr zingt het tijdens de kerstnachtmis samen met de organist. Hij speelt er, bij gebrek aan orgelbegeleiding, zelf gitaar bij. Het is de geboorte van het lied dat wij nog altijd kennen als Stille Nacht.

Stille nacht begint na 25 seconden

Mohr heeft met zijn lied zijn eigen parochie hoop en troost willen bieden. Wie Duits verstaat hoort hoe anders de tekst is dan de meeste van ons ‘m kennen. Geen ‘Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal’. Maar:

Stille nacht, heilige nacht,
Alles slaapt, sluimert zacht.
Eenzaam waakt het hoogheilige paar,
Lieflijk Kindje met goud in het haar,
Sluimert in hemelse rust
Sluimert in hemelse rust.

Stille Nacht, Katholieke versie (vertaler onbekend)

Geen grootse woorden. Geen ferme uitspraken, maar rust: stille nacht. En in de stilte van de nacht, heel klein, in die onooglijk kribbe, begint iets nieuws. In het duister van die nacht, wordt een nieuwe toekomst geboren, zo laat Mohr zien. Hoop voor de Oberndorfers van weleer. En misschien ook wel een mooie gedachte voor ons anno 2020.

Ook hier in de Kerk met de Beelden is het stil. In de winkelstraten is het stil, of laat ik zeggen: stiller dan normaal rond de feestdagen. En tja, wat voor ons de toekomst brengt? Ook wij weten het niet. Wie weet hoe lang de lockdown duurt? Vijf weken? Of is meer tijd nodig om het aantal mensen dat met het coronavirus in het ziekenhuis belandt terug te dringen? En hoe gaat de tijd erna eruit zien? Eens krijgen we toch de rekening van de pandemie gepresenteerd? Wat betekent dat voor onze banen? En voor de investeringen die nodig zijn om ons voor te bereiden op alle ándere uitdagingen die ons nog wachten, al die andere crises? Zoveel vragen, zoveel zorgen, zoveel onrust en we kunnen er nauwelijks ergens mee naar toe.

Joseph Mohr probeert hoop te bieden door te focussen op wat volgens hem de essentie is van het kerstevangelie. Geen woord over de roerige tijden waar Lucas over schrijft. Geen strenge overheidsmaatregelen, geen volle herbergen. Alleen het kind in de kribbe. En de stilte van die scene. Mohr zou volgens een van de overleveringen de tekst van Stille Nacht hebben geschreven nadat hij een viering had bijgewoond waarin de Latijnse mis werd afgewisseld met Duitstalige liederen. Dat was iets nieuws in die tijd. Onder de indruk liep hij die avond nog laat buiten. En uitkijkend over het dal beneden hem daalde een diepe stilte op hem neer. En toen zou hij op de woorden Stille Nacht Heilige Nacht zijn gekomen.

Foto: Pxhere

Een mooi verhaal. Maar Mohr zelf heeft nooit iets verteld over de achtergronden van zijn liedtekst. Alleen de uitvoering ervan, twee jaar later, valt te reconstrueren. Maar ik zie het wel voor me. Mohr die daar ’s avonds laat in de bergen uitzoomt, schift en scheidt en vaststelt dat hij aan alle onzekerheid op dat moment toch niets kan veranderen: de gevolgen van de oorlog, de economische teruggang die Oostenrijk vol treft, de misoogsten. Maar hij kan zich wel richten op wat hoop geeft. Op wat inspireert. “Nu ons slaat de reddende stond”, dicht hij in de oorspronkelijke versie. Dat vertaal ik maar als: er komen betere tijden. Het wordt weer licht, ondanks de duisternis.

Ik hoop met Mohr dat ook wij zicht blijven houden op het licht dat komt. Licht, ongrijpbaar voor de duisternis. Licht dat klein begint, klein als een kind. Zo klein dat het haast niet opvalt, maar licht dat hoop een gezicht wil geven.

Misschien moeten we er eerst wel stil voor worden voor we het zien. Stil in het donker van de kerstnacht. Niet gesloten, afgezonderd in onze schulp, met onze ogen stijf dicht van angst, maar open, vol verwondering, zoals Joseph Mohr in de bergen. Een beetje zoals dominee Gremdaat het zei: alles gaat dicht, maar wijzelf blijven open. Open voor wat ís, in plaats van voor wat er nu even niet is. Open voor wat kán, wat toekomst heeft, beginnen wil. Open voor het licht en de liefde die in onszelf geboren willen worden. In alle stilte. En zo kan een stille nacht, een helende nacht worden. Een heilige nacht.

Moge het zo zijn,
Amen

Leonie Koedijk speelt Stille Nacht

Laten we bidden

Trouwe God,
Kerstnacht 2020 is stil,
veel kerken zijn gesloten.
En tijdens de kerstvieringen die doorgaan
kan niet iedereen zomaar naar binnen
en er mag niet worden gezongen.
Nee, kerst ziet er voor velen
heel anders uit dan gehoopt.
We hadden de hele coronacrisis graag een paar dagen vergeten,
een nacht, een uur, aan iets anders gedacht,
Kerst gevierd met onze dierbaren.
Maar het loopt anders.
We zijn stilgezet.
Laat deze stille nacht
desondanks een heilige nacht worden.
Een nacht van hoop,
van licht in onze ogen.
Een helende nacht,
te midden van alles wat ons verwart.
Om een hertaling
van het lied Stille Nacht aan te halen:
Geef vertrouwen
in het diepst van ons hart.
Als wij Uw liefde verstaan,
kondigt de morgen zich aan.
Zo hopen wij,
Amen.

Leonie Koedijk speelt Horizon variations

En zo komt er een einde aan deze kerstnachtviering van de Kerk met de Beelden. Ik sluit deze kerstviering voor thuis af met het uitspreken van een pelgrimszegen.

Leef in verbondenheid met je ziel
en luister naar de stem van de stilte.
Ga verder op jouw weg.
Dat de vrede jou en hen die bij je horen moge vergezellen!
Amen

Tekst: zielgaattevoet.nl/zegenwensen

Aries van Meeteren

Tags: , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top