Van avondmaal naar viering van verbondenheid

‘Het avondmaal, kan het ook anders?’ Die vraag is het uitgangspunt van een interessant boekje van Peter Korver, predikant bij de remonstranten in Hilversum en bij Vrijzinnigen Naarden-Bussum. Het is hem een doorn in het oog dat het avondmaal er bij vrijzinnigen vaak zo bekaaid vanaf komt. En dat terwijl geloofsgemeenschappen met zo’n maaltijd goud in handen hebben, zo meent hij.

Overal zijn mensen op zoek naar verbinding, ziet Korver, en maaltijden zijn daar bijzonder geschikt voor. Niet voor niets zijn eetclubs, buurtmaaltijden en kookprogramma’s op tv zo populair. Samen eten brengt mensen tot elkaar. Onder het genot van een hapje en een drankje komen ze tot goede gesprekken. Zou dat niet ook in de vrijzinnige kerk kunnen?

Maar vaak is de enige maaltijd die bij vrijzinnige geloofsgemeenschappen op het menu staat het avondmaal. En uitgerekend die maaltijd leidt een zieltogend bestaan. Waar het delen van brood en wijn eeuwenlang het hart van de kerkelijke bijeenkomsten vormde, vieren vrijzinnigen het avondmaal vaak niet meer dan een keer per jaar. En dan is het bovendien meestal een stuk stiller in de kerk dan tijdens gewone diensten.

Verbinding met Bijbelse traditie

Korver zou dat graag anders zien. In zijn boekje ‘De maaltijd die verbindt’ verkent hij de mogelijkheden. Allereerst maakt hij onderscheid tussen allerlei soorten maaltijden die kerken kunnen houden. Er zijn maaltijden waarin gemeenschappen hun verbondenheid met de Bijbelse traditie uitdrukken. Neem het avondmaal op Witte Donderdag, waarin het gaat over Jezus’ leven en sterven. Maar denk ook aan een vreugdemaal tijdens Pinksteren, de geboortedag van de kerk, een viering van brood en wijn op Dankdag of een Maaltijd van Dankbaarheid op de laatste zondag van het kerkelijk jaar.

Alleen al uit deze opsomming blijkt dat er heel wat meer maaltijden zijn te vieren dan het avondmaal op Witte Donderdag, waar vrijzinnigen zich zo vaak toe beperken. Meer dan eens verlopen die maaltijden ook wat moeizaam, vanwege een zeker ongemak bij de verbinding met de kruisdood van Jezus en de gebruikte instellingswoorden. Voorgangers zoeken naarstig naar andere formuleringen, met meer poëtische woorden. Maar daar is Korver geen voorstander van.

“Laten we het ritueel niet zijn kracht ontnemen door er iets lieflijkers, zachters en prettigers en vooral onlichamelijks van te maken. De oorsprong van het ritueel is niet zacht en lieflijk, het gaat over een lichaam dat gebroken wordt, een leven dat wordt weggedaan”, zo citeert hij remonstrants theoloog Bert Dicou. Maar daarmee gaat Korver wel wat makkelijk voorbij aan de oprechte vrijzinnige worsteling met beladen woorden als ‘het bloed dat vergoten wordt tot volkomen verzoening van onze zonden’. Het zijn in ieder geval woorden waarvan ik nadrukkelijk moest beloven dat ik ze niet zou gebruiken toen ik eens ergens moest voorgaan in een avondmaalsviering.

Verbinding met elkaar

Maar misschien dat een deel van de verlegenheid ook afneemt als we wat vaker met elkaar zouden eten in de kerk, ook buiten de zondag. Want naast de maaltijden die ons verbinden met de traditie of het mysterie, zijn er ook nog de ‘vieringen van verbondenheid’. Dat zijn maaltijden waarin we blij zijn met elkaar en elkaar, onder het genot van bijvoorbeeld een kop soep en een broodje, vertellen wat ons bezighoudt. Doopsgezinde gemeenten doen dat tijdens zogeheten ‘Menno-maaltijden’. Korver zelf organiseert in Hilversum maandelijkse ‘Even op adem komen’-ontmoetingen met een maaltijd, een meditatief moment en een afsluitende kop koffie of thee.

Ontmoetingen met anderen

Tot slot onderscheidt Korver nog ‘ontmoetingsmaaltijden’. Daarin ligt niet zozeer de nadruk op de verbinding met de eigen gemeenschap, maar met ‘buitenstaanders’. En dat kan iedereen zijn: van buurtgenoten tot vluchtelingen. De ontmoetingen zijn niet bedoeld om zieltjes te winnen, maar om bij te dragen aan een vreedzamer, verdraagzamer en vrijere wereld. Korver is er een groot voorstander van: “Het geslotene en het alleen gericht-zijn op de eigen kernleden moet verdwijnen. De vraag naar ‘Hoe overleven we?’ maakt plaats voor ‘Hoe kunnen we, ook als kleine gemeenschap, van betekenis zijn voor andere mensen onderweg?’

De ondertitel van het boekje van Korver luidt: ‘Pleidooi voor vernieuwing van de vieringen van brood en wijn in vrijzinnige geloofsgemeenschappen.’ Door vaker met elkaar te eten, bij allerleisoortige gelegenheden (dus niet alleen op zondag), kunnen we meer ruimte geven aan beleving, vreugde en verbondenheid, zo is de gedachte. En daar zit wel wat in. Korver heeft een enquête gehouden en op meerdere plekken doen vrijzinnige gemeenschappen daar al ervaring mee op. Het is jammer dat het boekje niet ingaat op de ervaringen die daar met de verschillende vormen en soorten is opgedaan. Het blijft daardoor wat hangen in de theorie.

Maar het idee dat er meer mogelijk is dan een avondmaal op Witte Donderdag geeft te denken. Ik ben benieuwd wat we daar in de Kerk met de Beelden van vinden.

Aries van Meeteren

Tags:

Related posts

Comments are currently closed.

Top