Spinoza: Een herwaardering

Over Spinoza heb ik gesproken op de vrouwenvereniging in februari. Belangrijke reden voor die voordracht was het nieuw verschenen boekje van Jan Knol: ‘Spinoza’s intuïtie’, 2014, tweede druk. Ik was ieder nog schuldig hier (een na zoveel tijd toch wat beknopt…) verslag van te doen.

Baruch_Spinoza_-_Franz_Wulfhagen_-_1664Nu is het in kort bestek onmogelijk ook maar enigszins recht te doen aan het denken van deze grote Nederlander. Hij werd door de Sefardische gemeente van Amsterdam op dramatische wijze uit de gemeenschap gegooid. Dat wil je wel voorzichtig maken nog iets dat weerstand kan oproepen te publiceren.

Spinoza was, mede hierdoor, een stille, teruggetrokken levende lenzenslijper. Maar de kwaliteit van zijn lenzen was algemeen beroemd. Hij wees een eervol verzoek om hoogleraar te worden in Heidelberg, Duitsland, af. Hij was bevriend met een kleine kring van geleerden in Den Haag en Amsterdam, onder andere met de broers Constantijn en Christiaan Huygens.

Spinoza_Tractatus_Theologico-PoliticusVeel van zijn geschriften verschenen pas na zijn dood op 21 februari 1677. Het theologisch-politiek traktaat dat in 1670 anoniem werd gepubliceerd riep veel weerstand op. Daarin breekt hij een lans voor de tolerantie. Die is volgens Spinoza onmisbaar als we een behoorlijke staat willen hebben. Hierin was hij zijn tijd ver vooruit. Pas ruim honderd jaar later kwam Montesquieu, een denker van de Verlichting, met vergelijkbare ideeën. Dit geschrift van Spinoza werd al gauw veroordeeld.

Spinoza onderscheidt drie bronnen van onze kennis: de verbeelding, de rede en de intuïtie. De verbeelding neemt voor lief ‘wat voor ogen is’. Dat geeft tamelijk onvolmaakte kennis. De rede probeert door te redeneren verbanden te leggen en die in te zien. Maar de hoogste vorm van kennis is toch wel de intuïtie. Dat is een direct aanschouwen van het wezen van mens en wereld, van God of de natuur.

Bij Spinoza vormen deze laatste twee begrippen samen, God of de natuur, een eenheid. Hij beschrijft beide steeds nadrukkelijk als verbonden. God valt samen met de natuur en staat daar niet buiten, als een vreemde ‘onaardse’ macht. God is immers het inbegrip van alles wat is. Buiten God om kan niets bestaan wat bestaat.

Spinoza-statue-the-hague

Verder is het bij Spinoza verbluffend om te lezen dat er geen straffende God kan zijn. Immers, hoe zou Hij, in wie alles is, ooit iets missen of ergens tekort aan kunnen hebben?! Dat zou een ontkenning betekenen van zijn grootheid…! Verhalen over een straffende god verwees Spinoza dan ook naar het rijk der fabelen. Bakerpraatjes en meer niet!

God heeft niets en niemand nodig, Hij heeft aan zichzelf genoeg. En bovendien: hoe kan God zondaren straffen en de duivel vrijuit laten gaan? Dat klopt toch zeker niet?!

Spinoza kreeg ernstige kritiek te verwerken op zijn Godsvoorstelling, zelfs vanuit Rome. Hij vreesde na 1672 dan ook een zelfde lot te ondergaan als de gebroeders De Wit, die in het rampjaar zeer gewelddadig om het leven werden gebracht door het gepeupel van Den Haag. Daarom is zijn hoofdwerk, de Ethiek, ook pas na zijn dood gepubliceerd.

Zandrie Albada

Wie de voordracht nog eens in zijn geheel wil nalezen, inclusief verdiepende vragen bij de lectuur, kan de tekst hier downloaden: Spinoza over God.inleiding 23 februari 2016.

Tags: ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top