Radicale theologie als dolle mens

Niet lang voor zijn hernieuwde kennismaking met het katholicisme bezoekt schrijver Stephan Sanders de tentoonstelling ‘Once in a lifetime’ van het Humanistisch Verbond in de Oude Kerk in Amsterdam. Een van de kunstenaars, Job Koelewijn, heeft vazen met bloemen geplaatst op grafzerken in de kerk om de doden te eren. Bezoekers krijgen er uitleg bij van de kunstenaar zelf, zo beschrijft Sanders enkele jaren later in De Groene Amsterdammer.

Plotseling roept Koelewijn: ‘God is dood!’ De aanwezigen kijken elkaar wat onwennig aan. Als de kunstenaar zijn uitroep herhaalt, noteert Sanders: “Nu worden wij bezoekers zenuwachtig. Zou-ie het nog niet gehoord hebben? Dat gerucht gaat toch al een tijdje rond? […] De dood van God als het verplichte pauzenummer waar we ons een beetje voor schamen: niet omdat het controversieel is, maar omdat het volkomen voorspelbaar en voorstelbaar is.” (De Groene Amsterdammer 2020, nr. 1-2).

Eenzelfde vervreemding ervoer ik tijdens het lezen van het boek Onzeker weten. Een inleiding in de radicale theologie van de pionierende voorgangers Rikko Voorberg, Gerko Tempelman en Bram Kalkman. Zij proberen te doordenken wat het betekent dat God dood is, zoals de Duitse filosoof Nietzsche zijn dolle mens laat roepen in ‘De vrolijke wetenschap’ (1882). Regelmatig dacht ik: “Maar daar zijn we toch al decennia mee bezig?” Toch was ik even stil toen ik het boek uit had, net als de mensen op het plein tegen wie Nietzsche de dolle mens liet schreeuwen.

Radicale theologie

Laat ik beginnen met te zeggen dat het boek ‘Onzeker weten’ niet is geschreven met een vrijzinnig publiek voor ogen. De auteurs richten zich op mensen uit de meer confessionele kerken die, zoals zijzelf, zijn opgegroeid met allerlei geloofszekerheden en die daar eigenlijk niets meer mee kunnen. Voor hen willen de schrijvers het christendom opnieuw en radicaal doordenken. Daarvoor ze gaan te rade bij postmoderne denkers als de Sloveen Slavoj Žižek, de Amerikaan John Caputo en de Ier Peter Rollins. Zie daar het basisrecept van radicale theologie.

Wat levert dat op?

Allereerst een aanstekelijk en enthousiast boek over hoe het christelijk geloof eruit kan zien als je het berooft van zijn zekerheden, zoals zijn overbekende grote verhaal van ellende, verlossing en dankbaarheid. Wat gebeurt er met God als die niet langer het eerste of het laatste woord heeft? Wat als God alleen nog bestaat als woord? Geen vragen waar we in de vrijzinnigheid werkelijk van opkijken, maar nogmaals, wij zijn ook niet de primaire doelgroep van Voorberg, Tempelman en Kalkman. Voor wie de schrijvers wel op het oog hebben zullen dit ongetwijfeld loeispannende passages zijn.

Glashelder

Toch valt er volgens mij ook voor vrijzinnigen nog wel wat op te steken van deze kennismaking met radicale theologie. Allereerst vind ik het een verademing om te merken dat een theologisch boek ook gewoon goed geschreven kan zijn. Zelfs de inleidingen op het toch best ingewikkelde denken van Žižek en Caputo zijn glashelder, wat een prestatie mag heten. Voor hen bestaat God niet (als een tastbaar ding of iemand), maar gebeurt hij, om het te zeggen met de woorden van de bekende vrijzinnige predikant Klaas Hendrikse. Daarom pleiten de auteurs van Onzeker Weten voor meer theater in de kerk en geven ze voorbeelden voor totaal anders opgezette vieringen van brood en wijn en kringgesprekken. Ook voor het schrijven van een overdenking geven ze aardige ideeën.

Maar de reden dat ik na lezing van het boek zo in gedachten was verzonken is vooral omdat ik er een spiegel in zie. We hanteren, ook in de vrijzinnigheid, bepaalde spreekregels, geloofsvoorstellingen over bijvoorbeeld God, Jezus en onszelf, ook al blijven ze soms onuitgesproken. Het pleidooi van de auteurs is dat we onze opvattingen steeds hernemen, door ons heen laten gaan en kijken of ze nog werken. De auteurs doen dat binnen wat zij noemen ‘de confessionele hoek’. Met enige regelmaat stellen ze zich op als het jongetje uit het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer en roepen ze dat de keizer eigenlijk niets aan zijn lijf heeft. Zouden we in de vrijzinnigheid niet ook een paar van zulke klokkenluiders kunnen gebruiken? Want hoe vaak houden we ons eigen denken en onze uitgangspunten nou zo radicaal tegen het licht?

Aries van Meeteren

Rikko Voorberg, Gerko Tempelman en Bram Kalkman, Onzeker weten. Een inleiding in de radicale theologie (KokBoekencentrum 2022) 221 p.

Related posts

Comments are currently closed.

Top