Paasviering voor thuis – Laat je niet vastzetten!

Deze viering voor thuis gaat over kerkers waar je in kunt belanden. En over de bevrijding waar Pasen het symbool van wil zijn. Luister hier naar de viering of lees de tekst direct onder de player.

Online-Paasviering Kerk met de Beelden, week 13

Van harte welkom bij deze Paasviering voor thuis van de Kerk met de Beelden. Fijn dat u luistert! Ik wil het met u hebben over terugkijken, loslaten en verdergaan. Over crisis, lijden en levenskunst. Laten we allereerst een moment stil zijn.

Licht moge stralen in de duisternis
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Na een nacht van vrezen
rijst een lieve lach,
wonden gaan genezen
op een nieuwe dag.

Menno Rougoor
See the conquering hero comes (Sander van Dorst, muziek: George Friedrich Händel, arrangement Jan de Haan)

Lieve mensen,

Ik weet nog wat een schok het was, toen ik op Facebook ineens recht in het gezicht keek van een man die ik meende te herkennen. Maar wie was het? Het bleek een kiekje te zijn van een nog jonge Winston Churchill, een foto uit 1911.

De foto is met ongelofelijke precisie opgepoetst en van kleur voorzien door de Braziliaanse fotokunstenares Marina Amaral. Zij heeft van het inkleuren van historische zwartwit-foto’s haar beroep gemaakt. Ze post de resultaten op Facebook. En ze heeft ook al meerdere boeken uitgegeven, zoals De tijd in kleur en De wereld in vlammen.

Ik vind het werkelijk fascinerend om te zien hoe kleur een kloof kan dichten die onoverbrugbaar leek. Want waar dezelfde foto’s in zwartwit mensen of gebeurtenissen weergeven die van een andere planeet lijken te komen, laat Amaral de plaatjes me onder de huid kruipen. Zó dichtbij komen ze! Zoals een foto van een dansende Mata Hari, een stokoude Charles Darwin, de eerste vlucht van de gebroeders Wright, de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Alsof het gisteren was.

Eigenlijk zijn die ingekleurde plaatjes wel een mooi beeld bij een, denk ik, heel herkenbare ervaring. Namelijk dat we dingen die achter ons liggen vaak duidelijker zien dan toen we er nog middenin zaten. We zien, terugkijkend, niet alleen de gebeurtenissen zelf, maar ook wat erop is gevolgd. En we hebben een scherper oog voor de betekenis die dat alles heeft gekregen in ons leven. Want hoe bepalend iets is, komt vaak naderhand beter binnen dan op het moment zelf. We zien het verleden door de bril van het heden, als een ingekleurde zwart-witfoto. Iets om in het achterhoofd te hebben bij het lezen van het Paasverhaal.

We lezen Johannes 20, vers 1 tot en met 18

Vroeg op dag één van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan. De leerlingen gingen terug naar huis.
Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had.

Nieuwe Bijbelvertaling (c)

Lieve mensen,

Afgelopen september ging het in ons themacafé over levenskunst, de zoektocht naar zoiets als een goed leven, zou je kunnen zeggen. Terwijl ik de ochtend zat voor te bereiden, stuitte ik op een filmpje van Jaap Bressers. Hij liep als student tijdens een vakantie een hoge dwarslaesie op en moest al zijn toekomstplannen bijstellen. Sindsdien probeert hij mensen te helpen bij het omgaan met verandering. Hij schreef een boek en houdt lezingen. En in het filmpje zijn stukjes te zien uit een van zijn optredens.

Bressers vertelt daarin over zichzelf, maakt wat grappen over zijn rolstoel en verandert dan ineens van toon. Hij zegt: “Iedereen die hier in de zaal zit heeft iets meegemaakt waar ik niet mee zou willen ruilen.” Hij voegt eraan toe: “Bij mij is het heel zichtbaar, heel tastbaar: rolstoel, oké. Maar jullie hebben allemaal iets meegemaakt waar ik niet mee wil ruilen.” En hij zegt ook: “Wat we op ons pad krijgen, daar kunnen we niet voor kiezen. Dat krijgen we er gratis bij. Maar hoe we omgaan met die tegenslag, dat bepalen we wel zelf.”

Ik moet zeggen: Bressers verhaal kwam bij me binnen toen ik het filmpje voor het eerst zag. Wat een manier van in het leven staan! En als vanzelf krijg ik de deze week overleden snowboardster Bibian Mentel op mijn netvlies. Zij zei in een interview over haar steeds weer terugkerende tumoren: “Ik kies er niet voor, maar ik moet het er wel mee doen.” En hoe. In plaats van te treuren over haar Olympische droom die in rook opging, zorgde ze ervoor dat snowboarden een paralympische sport werd en won drie gouden medailles.

Een van haar vele uitspraken die me zijn bijgebleven, is dat ‘beperking’ vaak in ons hoofd zit. Tenminste, zo heeft zij dat ervaren. En zoiets zei ook filosoof René Gude die zich vlak voor zijn dood liet interviewen over hoe hij tijdens zijn ziekbed zijn gemoedsrust had leren bewaren. Namelijk door zelf de baas over zijn gedachten te blijven. Dat proberen is levenskunst. En wat te denken van Laura Maaskant, de schrijfster van het boek Leef! Zij koos ervoor om zich niet langer te laten behandelen en vooral te genieten van de tijd die haar restte.

Ik moet ook denken aan mensen die veel minder zichtbaar lijden met zich mee dragen. Mensen die we niet in de schijnwerpers zien. Ik zag op YouTube een documentaire over vrouwen met autisme. Ze waren hun leven lang gebukt gegaan onder het gevoel anders te zijn, niet geaccepteerd te worden of hoe dan ook niet op hun plek te zijn. Hun verhaal was een opeenstapeling van misdiagnoses, een muur van onbegrip van hun omgeving en zelfs zelfmoordgedachten. Maar ook een indrukwekkende wil om door te gaan.

Foto: Pxhere

Tot ineens een zoveelste behandelaar opperde dat ze misschien wel een vorm van autisme konden hebben. Een gewaagde diagnose, want autisme uit zich bij vrouwen vaak heel anders dan bij mannen, terwijl het de mannelijke, meestal meer zichtbare symptomen zijn die in de handboeken staan. Bij alle geïnterviewden gaf het stempel ‘autisme’ een nieuwe kijk op zichzelf. Eentje waarbij allerlei puzzelstukjes op hun plek vielen: de chaos in hun hoofd, de moeite met koetjes- en kalfjesgesprekken, hun prikkelgevoeligheid en behoefte aan rust.

Ineens keken ze anders naar het patroon van terugkerende burn-outs in hun leven. Hadden ze dat eerst zichzelf kwalijk genomen, nu bleek het te horen bij de manier waarop ze in elkaar zitten. En dat inzicht hielp hen om hun grenzen beter te bewaken. En meer van zichzelf te houden. Een hele omslag. Een van de geïnterviewden in de documentaire vroeg zich hardop af of ze van haar autisme genezen zou willen worden. Het antwoord was, terugkijkend, nee. “Het zit zo verweven in mijn leven, in mijn persoonlijkheid, in de manier waarop dingen gaan. Als ik het niet zou hebben, dan is een groot deel van mijn persoonlijkheid ook weg.”

Edith Eger (foto: TEDx SanDiego (CC2.0))

Ik hoor daarin iets terug wat ik ook lees in de boeken van Edith Eger, de vrouw die Auschwitz overleefde. Zij wordt niet moe om te zeggen dat we kunnen leren van lijden. Zelf leerde ze dat haar ergste kerker niet het kamp was waar de nazi’s haar hadden ingestopt, maar haar eigen gedachten. De Amerikanen hadden haar weliswaar bevrijd aan het eind van de oorlog, maar ze was nog niet vrij. Ze zat nog vol overlevingsschaamte, omdat zij het kamp wel had overleefd en haar ouders en verloofde niet. En vanwege die schaamte liep ze jarenlang voor haar verleden weg.

Maar wat we wegdrukken blijft terugkomen, ervoer ook Eger. Ze ging in therapie. Ze studeerde zelfs psychologie. Maar alle theorie ten spijt kwam de doorbraak pas toen ze het na jaren aandurfde om terug te keren naar Auschwitz. En daar, met de scherpe blik van haar oudere en wijzere zelf, zag ze in dat ze helemaal niets had kunnen doen aan de dood van haar geliefden. En sindsdien probeert ze als therapeut des te meer anderen te bevrijden uit hun eigen gevangenissen. Gevangenissen van verkeerde verwachtingen, van het zichzelf willen bewijzen, het op anderen willen lijken of het zich juist tegen hen willen afzetten.

Afbeelding: Pixabay

Wat ik in het verhaal van Eger en van al die andere mensen lees is dat ze lessen trekken uit wat hen is overkomen. Nu aarzel ik altijd enorm om dat op te schrijven. Want lijden heeft geen doel, geen zin. Zeker niet in algemene zin. We kunnen op zijn hoogst zelf zin gaan ontdekken in wat ons overkomt. Als we die zin al ooit zien. Lijden is boven alles afzien. Lijden is rouwen. Rouwen om wat was en niet meer zal zijn. Of om wat er nooit is geweest. Nu hebben Jaap Bressers, René Gude, Laura Maaskant, Bibian Mentel en Edith Eger dat ook nooit ontkend. Natuurlijk hebben ze wat af gehuild! Maar ze houden ons nog iets anders voor. Iets wat ik ook terugzie in ons Paasverhaal.

We lezen over Maria uit Magdala die in haar eentje naar het graf gaat. Een wat onwerkelijk tafereel. Het is nog donker. Wat doet een vrouw op dat vroege tijdstip moederziel alleen in een graftuin? Rouwen, zo lezen we. Rouwen om wat was. Rouwen om het verlies van Jezus die door Johannes haar meester wordt genoemd. Rouwen om een tijd die nooit meer terugkomt.

Afbeelding: Pixabay

We kennen het verhaal. Toch? Nou ja, er staan vier Paasverhalen in de Bijbel. En we horen elk jaar een ander. Kinderbijbels klutsen ze door elkaar, waardoor het lijkt alsof we van de soldaten bij het graf naar Maria uit Magdala gaan. En van de Emmaüsgangers naar de ongelovige Thomas om ten slotte uit te komen bij de Hemelvaart. Maar zo is het niet. Elke evangelist vertelt een ander verhaal. En Johannes heeft misschien wel de meest afwijkende vertelling.

Waarom richt de schrijver de schijnwerper alleen op Maria uit Magdala? Er gaat toch een heel groepje vrouwen naar het graf? Tenminste, zo lezen we het bij Lucas. Waar is Maria, de moeder van Jacobus, die volgens Mattheüs met Maria uit Magdala is meegegaan? En waarom noemt hij Salome niet, de vrouw die Marcus nog aan het groepje toevoegt? Wat is er zo bijzonder aan Maria uit Magdala? Johannes noemt haar verder nergens in zijn evangelie.

A. van Deursen, Schoolatlas voor Bijbelse geschiedenis (CC4.0)

Sommigen zeggen op basis van gnostische evangeliën dat Maria de geliefde van Jezus was. Maar er is een andere verklaring mogelijk. Die kijkt niet naar Maria, maar naar Magdala. Magdala is een stad aan de westkust van het Meer van Galilea. Het is een belangrijk centrum van de vishandel in het gebied. Zo belangrijk dat joodse rebellen aan het begin van de opstand tegen de Romeinen in het jaar 66 de stad ommuren. En dat trekt weer tal van opstandelingen aan die Magdala als uitvalsbasis willen gebruiken voor hun aanvallen.

Het komt tot een verschrikkelijke slag met de Romeinen. Er vallen 6700 doden. Als straf voor het verzet zijn daarna nog 1200 gevangenen vermoord en 31 duizend mensen als slaven verkocht. Magdala is daarmee het toneel van misschien wel het zwaarste bloedbad van de Joodse Oorlog. Misschien, zo las ik ergens, is Maria uit Magdala in het Paasverhaal van Johannes wel te zien als beeld van iemand die net als de stad zwaar is getroffen door leed en zich langzaam maar zeker richt op een nieuwe toekomst.

Het is hierbij goed om te weten dat het evangelie van Johannes ver na de joodse opstand is geschreven, in een tijd dat de gehavende stad er weer probeert bovenop te komen, met de blik naar voren. Misschien gebruikt Johannes, met dat gegeven in het achterhoofd, de geschiedenis van Magdala als een spiegel voor het lot van zijn eigen lezers.

Verschijning aan Maria Magdalena (1835) door Alexander Andreyevich Ivanov (Wikimedia)

Hoe het ook zij, het is Maria die de raadselachtige woorden hoort: “Houd me niet vast.” Ik dacht altijd dat ze Jezus niet mocht aanraken. Maar ja, even verderop mag Thomas wél zijn vingers leggen in de wonden van Jezus. Misschien gaat het in ons Paasverhaal wel om iets anders. “Houd me niet vast” wil dan zoveel zeggen als: probeer me niet aan te klampen. Laat me los. Laat het verleden los. Blijf er niet in hangen.

Pasen als het verhaal van opstaan en verder gaan. Van het proberen dóór te leven met de blik naar voren, ondanks wat er is gebeurd. Het is loslaten van wat was en wat niet meer terugkomt. Loslaten van wat we niet meer kunnen veranderen. Het is het verlaten van de gevangenis in je hoofd, om met Edith Eger te spreken. Het is niet langer ín het ravijn kijken, maar er overheen, de toekomst in. Het gaat om wat voor je ligt.

Foto: Pxhere

In het Paasverhaal klinkt die opdracht al heel snel na de kruisiging. Te snel eigenlijk, denk ik. Onmenselijk snel misschien wel. Maria huilt. En terecht. Er is rouw en dat is volkomen logisch bij ingrijpende gebeurtenissen die je leven in tweeën delen, in een tijd ervóór en erná. Als je midscheeps bent geraakt, wil je het verleden niet loslaten. Dan grijp je je aan alles vast.

Maar ik zei het al in het begin: we kijken naar het verleden door de bril van het heden. Dobberen we nog rond, dan is het verleden rooskleurig. Maar gaandeweg kunnen we, wie weet waar vandaan, hoop en vertrouwen opdoen om op te staan, juist als wat ons is overkomen daar geen aanleiding toe lijkt te geven. We kúnnen nieuwe kracht ervaren om onze aandacht te gaan verleggen naar de toekomst, de mensen om ons heen en de mooie dingen die er ook zijn. Nieuwe dingen soms zelfs. Dan ontdekken we misschien wel dat er kwarts kan zitten in het hart van een steen. Nu hebben we dat op het moment dat het gebeurt misschien nog niet eens scherp voor ogen. Maar soms kunnen we dat naderhand wel aanwijzen.

Heel mooi staat er dat Maria Jezus ontmoet op dag één. Niet op de derde dag, zoals je misschien zou verwachten. Zelfs niet op de eerste dag. Maar op dag één. Het is, terugkijkend, voor haar het moment waarop het leven weerkeert. Het is, met de blik van later, ook háár opstandingsmoment. Wat mooi eigenlijk dat het hele verhaal zich in een tuin afspeelt. Zou het in het verhaal ook voorjaar zijn geweest? Zou wat dood leek weer vol knoppen zitten? Alsof er kleur verschijnt in wat zwart-wit was.

Moge het zo zijn,
Amen

Ik lees het gedicht ‘Opnieuw geboren, opgestaan’:

Opnieuw geboren, opgestaan
voorgoed veranderd, opgericht,
door angst en sterven heengegaan
zien wij opnieuw het leven aan,
geschenk dat groot en kostbaar is.

Opnieuw geboren, opgestaan,
bezocht, gelouterd en onthecht,
in kou en duisternis gewacht,
lang vastgehouden in een nacht
die ongedacht weer ochtend werd.

Opnieuw geboren, opgestaan!
mijn wapens had ik weggelegd,
zo klein en kwetsbaar stond ik daar,
bereid om elke weg te gaan,
ja toen, toen ben ik opgestaan

Marijke de Bruijne

Ik wil graag eindigen met een zegenbede

Niet langer meer achterover
niet meer dicht landschap van na de zondvloed maar open
zomaar het wonder van rechtop
heel klein nog maar heel rechtstandig
als de opstaande klank van de e in zegen
en in leef!

Inge Lievaart

Aries van Meeteren

Wilt u reageren? Stuur een mailtje!

    Tags: , , , , , , ,

    Related posts

    Comments are currently closed.

    Top