Levenskunst volgens de jongen, de mol, de vos en het paard

Ik heb zelden zo’n lief, hartverwarmend, troostrijk en tot nadenkend stemmend boekje gelezen als ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’. Het prentenboek doet een beetje denken aan ‘De Tao van Poeh’, een sympathiek kijkboek rond Winnie de Poeh, ‘de beer met maar een klein beetje verstand’. Ook in ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’ ontmoeten we schattige beestjes en een minstens zo schattig jongetje.

Tekenplezier

De maker van al het moois is Charlie Mackesy. Zijn tekenplezier spat van alle bladzijdes. Maar, net als bij Poeh, zit het geheim in de combinatie van de tekeningen en de eenvoudige maar o zo troostrijke wijsheden die bijna steeds mijn hart raken. Wat ook bijdraagt is de prachtige vertaling van Arthur Japin.

Het boek heeft een eenvoudige verhaallijn, maar Mackesy schrijft in het begin van het boek dat je op elke pagina in het boek kunt duiken. “Zelf begin ik meestal in het midden.” Op pagina 1 ontmoet een wat eenzaam jongetje een mol die gek is op taartjes. “Ik ben zo klein”, zegt de mol. “Ja”, zegt de jongen, “maar je maakt een groot verschil.”

Samen redden ze een vos die daarna op zijn beurt de mol weer redt en ze ontmoeten een paard met een geheim. De mol en het paard strooien met wijsheden, maar nergens wordt het zwaar of belerend. Aan de binnenzijde van de kaft staat bladmuziek van de ‘Soldatenmars’ van Robert Schumann en dat geeft de toon in het boek prima aan: ‘Lively and in strict time’, staat boven de notenbalken.

Maar hoe luchtig ook de toon, er staan prachtige doordenkertjes in. Neem zo’n zin als: “Stel je toch voor hoe wij zouden zijn als we minder bang waren.” Of: “Niks doen met vrienden is nooit zomaar niks doen, hè?”

Binnenkomen

Nog zo’n zinnetje dat kan binnenkomen: “‘Soms’, zegt het paard, ‘is alleen al opstaan en doorgaan moedig en geweldig.’” Of: “‘Wat is het moedigste dat je ooit hebt gezegd?’, vraagt de jongen aan het paard. ‘Help’, antwoordt het paard.”

Ik kan blijven citeren uit het boekje. De vos praat weinig, maar iedereen vindt het heerlijk om hem erbij te hebben. “‘Eerlijk gezegd’, zegt de vos, ‘heb ik vaak het gevoel dat ik niets interessants heb te vertellen.’ ‘Iets eerlijk zeggen is altijd interessant’, zegt het paard.”

“‘We hebben allemaal een reden nodig om door te gaan’, zegt het paard. ‘Wat is de jouwe?’ ‘Jullie drieën’, zegt de vos. ‘Thuiskomen’, zegt de jongen. ‘Taartjes’, zegt de mol.” Gaandeweg ontdekt de jongen van alles over zichzelf en over thuis. “Thuis is niet altijd een plek, hè?”

En zo maakt het jongetje met zijn drie nieuwe vrienden een tocht door weer en wind, een reis door de wildernis, wat in het boek een beeld is voor het leven zelf. “‘We hebben nog zo ver te gaan’, zucht de jongen. ‘Ja, maar kijk eens hoe ver we zijn gekomen’, zegt het paard.”

Het boekje van Mackesy is vorig jaar verschenen en dit jaar in het Nederlands vertaald. Ik heb de achtste druk, wat wel aangeeft dat het boek een snaar heeft geraakt. Mijn ervaring is dat het het best tot zijn recht komt met een paar plaatjes per keer. Duik onder in de prenten en glimlach om de teksten, zoals – vooruit nog eentje dan – deze: “Ik vraag me af of er ook een school is waar je kunt afleren.”

Aries van Meeteren

Illustraties met toestemming overgenomen uit: De jongen, de mol, de vos en het paard – Charlie Mackesy/Arthur Japin, KokBoekencentrum Uitgevers 2020.

Tags: , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top