Kerst 2017 – Tevreden op aarde?

Het kerstverhaal lijkt een knus tafereel te schetsen, met een kind in een kribbe, omringd door nieuwsgierige dieren en vrome herders. Maar het is eigenlijk een spannend tegen-verhaal dat ons voor grote uitdagingen stelt.

Introductie

Vandaag precies 103 jaar geleden gebeurde er iets ongelooflijks. Zo ongelofelijk dat het bijna te mooi klinkt om waar te zijn. Maar het is echt gebeurd.

Ik heb het over het kerstbestand van 1914. Midden op de slagvelden in België staakten Britse en Duitse voor even de uitzichtloze strijd om de loopgraven.

Het front zat muurvast. En de soldaten die zich aanvankelijk enthousiast hadden aangemeld voor de oorlog hadden allang in de gaten in wat voor smerige ellende ze beland waren.

En toen werd het kerst, het feest van de vrede. Er was vooraf opgeroepen tot een kerstbestand door Paus Benedictus de Vijftiende. Maar de legerleiding aan beide zijden zag er niks in. Geen idee trouwens of die oproep de loopgraven had bereikt. Maar op kerstavond 1914 gebeurde het volgende:

Ongelofelijk he. Helemaal waarheidsgetrouw is het filmpje trouwens niet. Er waren langs het hele westerse front van dit soort lokale spontane kerstbestanden. Hier zongen de soldaten alleen samen liederen, elk vanuit de eigen loopgraaf, daar schudden ze elkaar de hand. En op weer een andere plek speelden ze voetbal. In dit filmpje gebeurt alles op dezelfde plek. Maar het geeft een indruk.

Natuurlijk is een kerstbestand nog geen vrede. We hoorden in het filmpje aan het eind de kanonnen aan het front al weer omineus bulderen. De oorlog ging gewoon door. Maar als je er je schouders over op haalt – zo van: zinloos sentiment zo’n bestand, het haalde toch helemaal niets uit – dan mis je de kracht ervan. Want we hebben het er 100 jaar later nog over.

Waarom?

Omdat het zo’n warm gevoel geeft? Omdat het zo lijkt op al die feel-good-films die we dezer dagen weer voorgeschoteld krijgen op de buis? Ik denk dat het filmpje van net daar zeker ook op wil mikken. Want het is een reclame van een Britse supermarkt.

Wij hebben onze eigen supermarktreclames. Laat nu net een ervan ook een soort kerstbestand laten zien. Een stukje eruit:

Samen maken we het helemaal kerst. Zie hier een kerstbestand op zijn Nederlands. Alsof de dieren zoiets hebben van: jij blijft van onze bomen af, wij helpen je met je kerstversiering.

Toch vind ik het filmpje van het Kerstbestand in 1914 sterker. Omdat daarin nog iets anders gebeurt. Iets veel krachtigers. Iets wat ook niet alleen maar feel-good is, als je er over nadenkt.

Overdenking

Wie heeft de grootste?

Dat was vroeger op het schoolplein een nogal prangende vraag. Wie heeft de meeste knikkers, de meeste voetbal- of A-teamplaatjes, wie heeft de sterkste papa, wie heeft thuis het beste merk auto voor de deur staan en ga zo maar door.

Eigenlijk is dat spelletje nooit helemaal over gegaan. Ik kan me verjaardagen voor de geest halen waar de gasten tegen elkaar op zitten te bieden wie het voordeligste tv-abonnement heeft, wie de snelste computer, de mooiste telefoon. Of: wie heeft de grootste kerstboom?

Ik moet dan altijd denken aan dat bekende filmpje van vroeger, van de Unox-hamburgers:

Tja, wie heeft de grootste… Waar komt dat vandaan?

Uiteindelijk natuurlijk van de apenrots: de aap met de grootste spierballen heeft de meeste vrouwtjes, de beste plek op de apenrots, mag het eerst eten en zo voort.

En iets daarvan zit ook wel in onze samenleving: wie heeft de grootste? Onze kijk op macht is er op gebaseerd: wie heeft het meeste geld, wie heeft het grootste leger, die heeft het voor het zeggen.

Op zich heeft dat een functie. Want een stevige alpha male houdt de groep bij elkaar. Als alle posities helder zijn én onbetwist, dan is er rust en vrede, orde en regelmaat. Sterft zo’n leider, dan kan zomaar de hele groep uit elkaar vallen.

Welnu, 2000 jaar geleden was er een machtig keizer, Gaius Octavianus. Hij regeerde het grootste rijk van dat moment: het Imperium Romanum. Ofwel: het Romeinse Rijk. Octavianus was achterneef van Julius Caesar. Hij won de machtsstrijd die losbarstte na de moord op Caesar in 44 v.C. Ook beëindigde hij enkele burgeroorlogen die al een eeuw woedden in het Romeinse Rijk. Dus deze Octavianus bracht vrede en zorgde voor een stabiel rijk.

Octavianus kreeg als dank daarvoor van de senaat een nieuwe naam: Augustus. Dat betekent zoiets als ‘Zijne Eerbiedwaardige Goddelijke Majesteit’. Ook werd er een prijsvraag uitgeschreven voor het beste idee om deze Augustus te eren. Welke inzending won? Laat voortaan op zijn geboortedag het nieuwe jaar ingaan. En zo geschiedde: op 23 september begon voortaan het nieuwe jaar.

We kennen die prijsvraag dankzij een inscriptie die eind 19e eeuw opdook in de Turkse stad Priène. De tekst is gevonden op een symbolische plek: aan de voet van de plaatselijke tempel die was gewijd aan Athena, de godin van wijsheid én oorlog. En daar lezen we over die roemruchte geboortedag van Augustus:

Heeft u het tussen alle ronkende woorden ook gehoord? “Heil, heiland, einde aan oorlogen, heerlijkheid, God, blijde boodschap…” Het is niet mis wat er allemaal aan keizer Augustus wordt toegeschreven. Hij lijkt wel God zelf. Dat klopt: Hij werd ook officieel Zoon van God genoemd. Zijn moeder zou door Apollo zijn bezwangerd en hem maagdelijk ter wereld hebben gebracht.

Augustus was de onbetwistbare alfa male. De aap op de rots. Hij zorgde voor vrede in zijn rijk. Op zich was dat natuurlijk heel bijzonder. Wij zijn vandaag de dag behoorlijk verwend met vrede in West-Europa. Maar dat er 2000 jaar geleden van Syrië tot Portugal en van België tot Libië geen oorlog meer was, was een prestatie van formaat. Augustus was met recht een vredevorst. Hij bracht de Pax Romana, de vrede van Rome.

De vrede in het Romeinse Rijk was de vrede van de alfa male. Vrede door overwinning. Heel simpel: onderwerp je tegenstander en dan heb je vrede. Zo werkt het. En zo werkt het nog steeds. Het is de vrede van de machthebbers, de vrede van de generaals, de industriële tycoons.

En die vrede wordt duur betaald. Er moet een heel leger voor worden onderhouden. En dus schrijft Augustus meermalen in zijn leven volkstellingen uit om te laten weten op hoeveel belastinginkomsten hij kan rekenen en hoeveel troepen hij daarvan op de been kon brengen.

En heel het rijk aanbad Augustus als een God, eerde hem als een Zoon van God en zag in hem de Grote Verlosser, de Heiland van de mensheid, de heerser, de alpha male.

Heel het rijk? Nee, een klein groepje mensen bleef dapper weerstand bieden aan de overheersers, zo schrijft ene Lucas aan de Romein Theophilus aan wie hij zijn versie van de blijde boodschap heeft opgedragen.

En dat groepje, de mensen van de weg, de eerste christenen, voelt zich aangesproken door een brenger van een heel andere vrede. Niet de vrede door brute kracht, vrede door strijd, door imponerend gedoe over wie de grootste heeft, het meeste bezit en wie de hardste dreun kan uitdelen.

De vredevorst waar Lucas het over heeft, brengt juist de vrede van de liefde en de gerechtigheid. En die gerechtigheid kan alleen bestaan als niemand méér is dan een ander, niemand groter is, niemand belangrijker is dan een ander. Een gerechtigheid zonder geweld.

En dat zien we terug in het geboorteverhaal dat we hebben gelezen. Geboorteverhalen van bekende personen uit de oudheid hebben vaak niets met de daadwerkelijke geboorte te maken, maar alles wat er in het leven van de hoofdpersoon zou gaan gebeuren. Het zijn ouvertures, vooruitblikken op iemands betekenis.

Dat is misschien even wennen voor ons. Maar wel iets om in ons achterhoofd te houden als we ons kerstverhaal lezen. Er is te vaak lacherig over gedaan, over dat verhaal van Lucas. Zo van: kan niet, klopt niet, wie gelooft dat nou…

Maar wat Lucas ons presenteert is geen knus verhaal met een stal, een os, een ezel en een hemel vol engeltjes. Het is een tegenverhaal, een revolutie zelfs die het verhaal van de keizer uitdaagt! Niet met het verhaal van de bèta male die de nieuwe alpha male wil worden. Maar een werkelijk alternatief. Vrede door gerechtigheid in plaats van vrede door overwinning. Een Pax Christi in plaats van een Pax Romana.

Lucas presenteert een anti-keizer, een geheel andere Heiland, eentje van God, zoals de theoloog Anne van der Meiden het zo mooi zegt. Iemand die redding brengt, maar dan op een hele andere manier.

Natuurlijk, we hebben dit verhaal al zo vaak gehoord, dat de scherpte er wel een beetje af is. De keizer tegenover een kind, het paleis tegenover de stal, het keizerlijke hemelbed tegenover de kribbe, de soldaten tegenover de herders, de paarden van de militairen tegenover de os en de ezel. De blingbling tegenover de eenvoud. Brute kracht tegenover de zachte krachten die weerloos zijn. We kunnen het allemaal dromen.

Maar wat zou het voor ons betekenen als we werkelijk mee zouden gaan met dat verhaal van Lucas? Met het verhaal van die andere Heiland? Die andere vredevorst?

Als ook wij ons zouden verlossen van het dwangmatig groot willen zijn? Als we ons niet langer onder druk zouden voelen staan om iemand te zijn die de grootste heeft, het meeste heeft, die iets heeft gepresteerd waar iedereen diep voor buigt en vol bewondering over spreekt?

Wat zou er gebeuren als we met meer liefde naar onszelf zouden kijken? Als we de moed zouden opbrengen om te geloven dat we er ook mogen zijn zonder prestaties en gezwoeg? Zonder dat we steeds slaafs naar meer, nog beter, nog mooier hoeven te streven? Als we de gedachte echt zouden accepteren dat God welbehagen heeft in ons? Omdat we veel meer waard zijn dan al onze aanwijsbare daden? Als we erin zouden slagen om werkelijk te leven in vrede met onszelf, tevreden met wie we zijn? (Te)vrede(n) op aarde…

En als we serieus zouden geloven dat het niet draait om ‘hebben’, om meer-meer-meer, maar om ‘zijn’, om er-zijn, betrokken zijn, ten dienste staan, dan komt ook die andere vrede in zicht. Vrede met de mensen om ons heen – want dat hoort erbij: vrede door gerechtigheid. Want als wij er mogen zijn, dan mag iedereen er zijn. Allemaal tevreden op aarde.

Sentimentele kerstpraat?

Op kerstavond 1914 zwegen de kanonnen. Omdat even alle rangen en standen, het wij-en-zij, wegvielen. Niet overal lukte dat. Sommigen die probeerden de vijand tegemoet te lopen werden neergeschoten. Op andere plekken maakte de leiding er onmiddellijk een einde aan. Een jaar later was er nog maar een enkel kerstbestand. En daarna kwam het er helemaal niet meer van. De autoriteiten wilden het niet hebben. Veel te subversief. Hoezo, sentimenteel, dat kerstbestand?

Het vraagt om moed om mee te gaan met het verhaal van Jezus, de anti-keizer, de andere Heiland met zijn hemelse boodschap, de man zonder zwaard. Om niet zozeer voor je eigen positie te knokken, gelijk te willen hebben of te overtuigen, maar om juist ook het belang van de ander in het oog te houden. Want precies dát maakt het verschil tussen de twee machten die Lucas opvoert. Tussen Augustus en Jezus, tussen hebben en zijn, heersen en dienen, zij en wij.

Eén kerstbestand maakt nog geen wereldvrede. Eén lichtje verdrijft nog niet alle duisternis. Maar Jezus kan telkens weer geboren worden. Telkens als wij hem, schoorvoetend misschien wel, onderdak bieden. Steeds opnieuw kunnen we het verhaal van die andere heiland laten gebeuren, geïnspireerd door Zijn voorbeeld. Als we proberen te stoppen met elkaar te overheersen, te exploiteren, maar in plaats daarvan onszelf en elkaar in liefde te nemen zoals we zijn. Omdat we geloven dat we goed genoeg zijn zoals we zijn, dat we allemaal kind van God zijn – eentje van God. Telkens als ons dat lukt, dan licht iets op van die vrede Jesaja al zag, die Jezus ons voorleefde en die ook ons vandaag de dag mag blijven inspireren. Elke dag opnieuw.

Mogen we zo te-vreden zijn op aarde.

Related posts

Comments are currently closed.

Top