Het festival van de extase

‘Uit je dak gaan’ lijkt misschien vooral iets voor jongeren die volop naar festivals, clubs en andere uitgaansgelegenheden gaan om daar de zinnen te verzetten. Maar in een verrassend vlot geschreven boek stelt de Britse filosoof Jules Evans dat extase voor iedereen essentieel is: “Het is belangrijk dat we manieren vinden om te ontzelven.”

Onze rationele cultuur stelt volgens Evans hoge eisen aan ons: we mogen ons niet zomaar laten gaan. “We moeten onze lichamen onder controle houden, onze driften beheersen, onze emoties de baas blijven – ‘een gezicht opzetten als we andere gezichten zien’.” En dat gezicht dat we opzetten naar buiten toe, dát is ons ego.

“Maar het ego dat we construeren is een vermoeiende plek om de hele tijd in vast te zitten. Het is eenzaam, afgesneden van de wereld door muren van angst en schaamte, belegerd door zorgen en ambities. Het is zich bewust van zijn nietigheid en sterfelijkheid. Daarom is het goed om jezelf zo nu en dan te verliezen. Als we dat niet doen gaan we ons vervelen, raken we uitgeput en worden we gek van onszelf.”

We hebben allemaal eigen manieren om te ‘ontzelven’. Sommigen van ons hebben misschien een badritueel, waarbij we allerlei speciale oliën in het water doen en daar dan een uur in blijven poedelen. Anderen verliezen zich in literatuur, kunst, tuinieren of in het maken van een flinke wandeling. Stuk voor stuk bezigheden die ons in een flow brengen, waarin we onszelf verliezen en die het stil maken in ons hoofd.

Extase
Maar van extase is dan nog geen sprake. Daar is meer voor nodig, schrijft Evans, zoals meditatie, drugs, dans of tantra. Soms ervaren we ook spontaan momenten waarin we even ‘uit onze bol gaan’, waarin we ons opgenomen voelen in iets wat groter is dan wijzelf. Denk aan de natuur, de kosmos, het leven, de mensheid of God.

Evans heeft daar ruime ervaring mee. Als tiener gebruikte hij LSD. Een bad trip bezorgde hem een posttraumatische stressstoornis. Hij kreeg last van paniekaanvallen, stemmingswisselingen, depressies en sociale angsten. Een bijna-dood-ervaring na een ernstig ski-ongeluk maakte daaraan abrupt een einde. Hij zag een vredig wit licht waarin al zijn angsten oplosten. En die ervaring wil hij opnieuw doormaken.

Participerende filosofie
Dat heeft geresulteerd in het boek De kunst van controleverlies. Filosoferen over extase. Evans heeft het opgezet als een festival. Ieder hoofdstuk vormt een tent op het terrein van het festival van de extase. Er zijn negen tenten. Achtereenvolgens komen aan bod: de revival (extase van de Heilige Geest), extatische kunstvormen (film, muziek, theater en beeldende kunst), dans, psychedelische drugs, contemplatie (o.a. zenmeditatie), tantra, de bloeddorst van geweld, spirituele natuurervaringen en cybernetica (transhumanisme).

Het unieke van het boek is dat Evans enkele keren zelf de beloofde extase ondergaat. Hij volgt een alpha-cursus in een evangelicaal georiënteerde kerk in Brompton, hij volgt een danstherapie, gaat in retraite in een meditatiecentrum en bezoekt een tantristische liefdestempel. Het is bij tijd en wijle ‘participerende filosofie’. En dat maakt het boek spannend en buitengewoon leesbaar.

Drugs heeft Evans niet opnieuw gebruikt. Daar hebben de jaren van paniekaanvallen na zijn bad trip wel voor gezorgd. En dat brengt me meteen bij een ander punt dat Evans voortdurend maakt in zijn boek. Hoezeer we extase bij tijd en wijle nodig hebben om normaal te kunnen blijven functioneren, we moeten wel oppassen. Er zitten allerlei haken en ogen aan ‘buiten-normale ervaringen.’

Keerzijde van extase
Extase kan verslavend werken. Uit je dak gaan wordt dan het doel, in plaats van een middel om het leven van alledag vol te houden of zelfs betere, creatievere mensen te worden. Het zoeken naar extase komt dan neer op escapisme, een manier om te ontsnappen. Na een tijdje kunnen we niet meer zonder en dreigt na iedere trip de verveling en de depressie.

Andere keerzijden die Evans opmerkt zijn meer specifiek. Zo kun je je in sommige kerkelijke gemeenten zo opgenomen voelen dat je de mensen erbuiten gaat zien als ongelovigen die je moet mijden. Ook kunnen mensen in trance worden gebracht om hen ertoe te bewegen veel aan de kerk te doneren. En de extase die popmuziek brengt, kan leiden tot aanbidding van een ster.

Mindset en setting
Of extase gunstig is of niet, hangt af van het doel waarmee je de piekervaring zoekt (mindset) en de omgeving waarin ze optreedt (setting). Stel geen overdreven doelen, maak er geen obsessie van, schrijft Evans. Blijf nederig: “Wie de normale grenzen van zijn ego overschrijdt, loopt het risico dat hij bezwijkt voor arrogantie en grootspraak.” En zorg voor een liefdevolle omgeving, waar mensen zijn die op je letten.

De bijna-dood-ervaring waarover Evans aan het begin van zijn boek sprak, blijkt overigens, als hij aan het eind van het boek de balans opmaakt, onherhaalbaar. “Ik ben er vijf jaar achteraan gerend, zoals Alice in Wonderland het Witte Konijn achtervolgde. Maar het is me niet opnieuw overkomen, niet in die directe vorm. Het is frustrerend om te weten dat er hier en nu diepere bewustzijnstoestanden zijn, maar dat we er zo weinig van ervaren.”

“Ik hoop dat als ik doodga, ik het witte licht weer zie. Dan staan we van aangezicht tot aangezicht, kijken elkaar diep in de ogen en zeggen tegelijk: ‘Waar bleef je al die tijd?’”

Aries van Meeteren

Tags: ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top